- 2 - De ontwerp-verordeningzoals die naar ons oordeel behoorde te luiden is, overeenkomstig de wettelijke voorschriften, om advies gezonden naar de kamer van koophandel en ï'abrieken voor iriesland en met dat (gunstige) advies aan de Raad ter behandeling gezonden. In haar advies van 21 Mei 1957 schrijft de kamer van koophandel o.m.: "Uit een door ons ingesteld onderzoek is gebleken, dat de "grote meerderheid van de winkeliers te Stiens voorstander is van "een verplichte vacantiesluiting, zodat wij met Uw voorstel accoord SaSii menen, dat dit, door de Kamer van koophandel ingesteld onder zoek, voldoende waarborg biedt, dat de verschillende vakgenoten in de gelegenheid zijn geweest hun wensen kenbaar te kunnen maken. Wij kunnen hierbij verklaren, dat de wettelijke voorschriften bij het tôt standkomen van de verordening nauwgezet in acht zijn gen»men Wat het bezwaar van de ondertekenaars van het request, dat met voldoende rekening wordt gehouden met de gevoelens van de branche- genoten, betreft, merken wij op, dat zij hun vacantie kunnen bepa- len in een willekeurige week van 15 Juni tôt 15 September. Deze ter- mi jn, in de verordening genoemd als het tijdvak waarbinnen Burgemees ter en Wethouders de verplichte vacantie "kunnen" voorschrijven, achten wij zeer ruim. In de practijk komt het hierop neer, dat de middenstandsorganisa tie, die ten behoeve van de uitvoering der regeling door ons gehoord moet worden, reeds vroeg in het voorjaar vraagt op te geven m welke week men met vacantie denkt te gaan. Deze opgaven worden ons gezon den, doch meestal met de mededeling, dat van bepaalde personen geen opgaaf werd ontvangen of geen medewerking kon w0rden verkregen. In dergelijke gevallen geschiedt de "aanwijzing" door ons collège. De goedwillenden krijgen steeds de week toegewezen, die zij gevraagd hebben. In een aantal gevallen werd, zowel het vorig jaar als m 1957 nog wijziging gebracht in een reeds vastgesteld schéma toen dit in het belang van de betrokken winkelier wenselijk bleek en de belangen van zijn branche-genoten zich daartegen niet verzetten. Aan het slot van het adres vragen de ondertekenaars een advies- commissie van 5 winkeliers te benoemen, die een onderlinge regeling tôt stand kan brengen. Wij achten een dergelijke maatregel niet in overeenstemmmg met de geest en de letter van de winkelsluitingswet en geheel liggende buiten het terrein waar U bevoegd bent regelend op te treden. Wij stellen U dan ook voor het adres voor kennisgeving aan te nemen. Burgemeester en Wethouders van ^eeuwarderadeel, De Secretaris,

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1959 | | pagina 79