- 4 - Burgemeester en Wethouders zullen niet op deze zaak terug— komen. De Raad gaat hiermede accoord. De mededelingen worden overigens voor kennisgeving aangeno- men. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt het verbeteren van de weg naar Britsum. Dit voorstel luidt alsvolgt: bijlage 1. De Voorzitter memoreert de gang van zaken. Destijds is met de eigenaren van aangrenzende grondstukken contact opgenomen over eventuele eigendomsoverdrachtVan het eerste gedeelte is het Popta-Gasthuis eigenaar. De regenten hiervan zijn niet be- reid door minnelijke schikking de benodigde grond af te staan. Als de Raad het plan op de begroting plaatst en het wordt goed- gekeurd, moet de onteigeningsprocedure toegepast worden. De heer Tolsma is het aan de hand van de kaarten opgevallen, dat het plan ophoudt waar de bebouwing begint. Kan dit niet tôt aan de hoek, vraagt spreker. De Voorzitter merkt op, dat het plan destijds gesplitst is in twee delen. De vraag is toen onder ogen gezien, wat is het beste bf verbeteringen in Britsum zelf, of verbetering van de toegangsweg. Op dit ogenblik zijn Gedeputeerde Staten alleen genegen mee te gaan, omdat de toestand van de toegangsweg naar het dorp zo slecht is. De heer Tolsma kan daar wel inkomen, maar dat laatste stuk is juist voor het dorp van zo heel groot belang. De Voorzitter is bang, dat als het laatste stuk er bijgeno- men wordt, er helemaal niets van komt. Toen de opdooi kwam is de weg in ogenschouw genomen. Van de noodzakelijkheid van ver betering is de Provinciale Waterstaat toen wel overtuigd gewor- den. Wat het slechtste is moet het eerst onderhanden worden ge nomen anders is er geen schijn van kans. De heer Tolsma zou het toch willen proberen. Het komt de Voorzitter voor, dat dit niet mogelijk is. Als de toestand het volgond jaar z6 is, dat het laatste stuk onmogelijk kan blijven liggen - immers het kan nog wel een jaar duren voor met het werk kan worden begonnen vanwege de onteigeningsproce dure - wil spreker wel met de directie van de Provinciale Water staat praten. De heer Tolsma kan zich wel in deze gedachtengang verplaat- sen, maar wil inmiddels verder gaan. Wethouder Dilkstra wijst op de practische kant van het geval. Als de weg tôt aan het dorp verbeterd zou kunnen worden, was daarmede al heel wat gewonnen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1959 | | pagina 7