- 5 -
De Voorzitter herhaalt, dat hij bang is, dat bij samenvoe-
ging van beide verbeteringsplannen er per saldo niets bereikt
zal worden.
De heer Soepboer is er van overtuigd, dat het laatste eind
verkeerstechnisch natuurlijk van Blinder betekenis is, maar nu
zullen we straks dit krijgen: het verkeer zal met meer snelheid
plaats vinden, terwijl in de bebouwing meer mensen op de weg
komen. Men moet niet het eerste opofferen aan het laatste. Men
kan het ene gedeelte z.i. niet los zien van het andere. De ont-
werpers van het plan hebben dat wèl gedaan. Hier of daar is
maar willekeurig een streep op de tekening gezet. Maar daarmede
is de zaak niet beslist. De situatie wordt gaandeweg dringend.
De Voorzitter merkt op, dat volgens de technische dienst van
de Provinciale Waterstaat herstellingen van de slechte stukken
weggegooid geld betekent.
De heer Kalma vraagt naar de reden waarom deze nieuwe raming
maar even 50.000.- hoger ligt dan de vorige.
Overigens wil hij graag onderstrepen wat de heren Tolsma en
Soepboer gezegd hebben.
De heer B.R. Di.ikstra informeert hoe lang het dan wel kan
duren eer met de uitvoering van het werk een aanvang kan worden
gemaakt
De Voorzitter vreest, dat daar minstens een jaar mee gemoeid
zal gaan. Dan is er nog een factor, die primair geen maar secon-
dair wel een roi speelt: dat is de plaats van de bushalte.
Aan het adres van de heer Kalma antwoordt de Voorzitterdat
de vorige begroting zo oud is, dat verschillende onderdelen op-
nieuw moesten worden gecalculeerd wegens de veranderingen in de
lonen en materiaalprijzen.
De heer Soepboer vraagt of de onteigeningsprocedure dan niet
eerder ingeluid had kunnen worden.
De Voorzitter wijst er op, dat er geen goedgekeurd plan was,
waarop deze procédure zou moeten steunen.
Wethouder Zondervan geeft de heer Soepboer hieromtrent een
nadere toelichting.
Zonder stemming verenigt de Raad zich met het gedane voorstel.
4. Verzoeken van de besturen deh in deze gemeente gevestigde
bijzondere lagere scholen om een voorschot op de over 1959 te
verwachten exploitatievergoeding
Burgemeester en Wethouders zenden de Raad deze verzoeken met
het navolgende voorstel (zie bijlage 2).
Het wordt zonder bespreking en hoofdelijke stemming aangeno-
men en vastgesteld wordt het navolgende besluit (bijlage 3)»
5. Verzoeken van de besturen der in deze gemeente gevestigde
bijzondere lagere scholen om een voorschot op de kosten van het
handwerkonderwijs over 1959.
Bij deze verzoeken voegen Burgemeester en Wethouders het
volgende voorstel (bijlage 4)