- 2 - III. een bedrag van eenhonderd gulden 100.-), zijnde de door de ge- meente reeds betaalde vergoeding voor het opmaken van het plan en de begroting van kosten voor de in artikel 1 bedoelde werken. Indien de onder b bedoelde kosten lager blijken te zijn dan het voorschot, vermeerderd met de hierboven onder II en III genoemde aftrekposten, zal NS het verschil aan de gemeente restitueren. Artikel 4. Indien ten behoeve van de aanleg van de in artikel 1 bedoelde werken en ten behoeve van de aanleg, het onderhoud en de vernieuwing van de in artikel 2 bedoelde werken, geleidingen, behorende tôt voor het openbaar verkeer bestemde telegraaf- en/of telefooninstallaties moeten worden ge- wijzigd of voorziening behoeven, zorgt de gemeente zo nodig voor regeling van de daaraan verbonden kosten met het Rijk (PTT). Artikel 5. De gemeente verbindt zich, indien als gevolg van de aanwezigheid van de krachtens deze overeenkomst gemaakte werken, NS in een baatbelasting mocht worden aangeslagen, aan NS telkenmale op de eerste aanvraag een bedrag te betalen, gelijk aan de aanslag in die belasting. Artikel 6. De ingevolge artikel 1 gemaakte werken zullen terstond na hun voltooi- ing deel uitmaken van de spoorweg Leeuwarden - Anjum mitsdien eigendom zijn van NS en als zodanig door NS worden beheerd, onderhouden en ver ni euwd Artikel 7. De gemeente verbindt zich, indien het te eniger tijd naar het oordeel van het terzake bevoegde gezag nodig is, nabij de in deze overeenkomst bedoelde overweg een andere beveiligingsinrichting dan de in artikel 1 2e alinéa, bedoelde half-automatische knipperlichtinstallâtie aan te brengen, of andere veiligheidsmaatregelen te nemen, aan NS op alsdan te bepalen wijze en voorwaarden te betalen de kosten van aanleg, onderhoud, vernieuwing, eventueel stroomlevering en bediening van die andere bevei ligingsinrichting, c.q. de kosten van andere veiligheidsmaatregelen, ver- hoogd met het bij NS gebruikelijke percentage voor algemene kosten en bovendien verhoogd met de wettelijk verschuldigde omzetbelasting, indien het aanbrengen van die andere beveiligingsinrichting, c.q. het nemen van andere veiligheidsmaatregelen, noodzakelijk is geworden als gevolg van het door de verbreding van de weg, welke de spoorweg kruist, toegenomen ver keer over die weg. Bij twijfel of de toeneming van het wegverkeer, als in de vorige alinéa bedoeld, oorzaak is van de noodzakelijkheid tôt het aanbrengen van een andere beveiligingsinrichting c.q. het nemen van andere veiligheidsmaat regelen, beslist de Minister van Verkeer en Waterstaat, die tevens de bevoegdheid heeft, ingeval de noodzakelijkheid van de andere beveiligings inrichting, c.q. het nemen van andere veiligheidsmaatregelen, niet uit- sluitend door toeneming van het wegverkeer veroorzaakt wordt, te bepalen, in welke verhouding de kosten over partijen verdeeld worden. Partijen verklaren zich bij voorbaat bij 's Ministers uitspraak te zullen neerleggen. Artikel 8. Deze overeenkomst eindigt zodra NS de exploitatie van de spoorweg, waarin de in artikel 1 bedoelde overweg is gelegen, aan een ander over- draagt, tenzij de opvolger in de exploitatie van die spoorweg bereid is zich in deze overeenkomst in de plaats van NS te stellen; zij eindigt tevens indien NS de spoorweg opbreekt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1959 | | pagina 67