Verder is het spreker opgevallen, dat in het voorstel niet worden genoemd de woningen in de Poort. Want het is z6, dat de Diaconie van de Ned. Herv. Gemeente wel van die woningen af wil. Wethouder Di.ikstra antwoordt hierop, dat deze inderdaad aan de aandacht ontsnapt zijn. Het voorstel is gesproten uit een onderzoek, dat Burgemeester en Wethouders hebben ingesteld naar de bewoonbaarheid van momenteel leegstaande panden. Zij hebben zich daarom deze keer niet begeven op het terrein der aller- slechtste woningen in het algemeen maar enkel de leegstaande in ogenschouw genomen. De heer Tolsma zegt ter verduidelijking, dat hij hier het oog heeft op de woningen in de binnenpoort; deze zijn de slechtste. De heer Kalma vraagt of van tevoren geen overleg gepleegd wordt met de eigenaren. Deze weten nu van niets en dan valt hun een onbewoonbaarverklaring wel wat koud op het lijf. De Voorzitter antwoordt hierop, dat het niet gebruikelijk is tevoren overleg te plegen. Spreker geeft uitleg hoe een procédure van een onbewoonbaarverklaring verloopt. Als een woning tijden leegstaat gaan Burgemeester en Wethouders onderzoeken of zij nog in bewoonbare staat verkeert en of het mogelijk is haar nog te laten bewonen. De heer Kalma zou daarom willen aanraden de eigenaren van leeg staande panden te vragen: wat willen jullie met de woning en hen te waarschuwen, dat tôt onbewoonbaarverklaring zal worden over- gegaan indien de onderhoudstoestand dit noodzakelijk maakt. De heer Poep.ies wil hierop inhaken, dat het z.i. gevaarlijk is om van tevoren te waarschuwen. Want dan wordt vaak getracht de woning eerst te verkopen. De Voorzitter onderstreept dit laatste. Zulks is in de prac- tijk al eens gebeurd. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierna zon- der hoofdelijke stemming aangenomen. Vastgesteld wordt het navolgende besluit: bijlage 5. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt het uitvaardigen van een doorgaan-verbod voor de brug bij Koudenburg te Stiens. Dit voorstel is van de volgende inhoud (bijlage 6) De heer Soepboer informeert naar de werking van het verbod. De Voorzitter deelt mede, dat er borden bij geplaatst worden overeenkomstig bijlagen 47 en 48 van het Wegenverkeersreglement Zelf heeft spreker al eens ervaren van hoe groot belang het kan zijn, dat auto's niet gelijktijdig over de brug komen. De ligging en de vorm van de brug werken het gevaar ten zeerste in de hand. De heer Kalma vraagt waarvoor de brug nog nodig is. Er is daar geen vaart meer. De Voorzitter antwoordt, dat er nog een stuk open riolering ligt, dat het begin van de Stienser vaart vormt. Het zou veel te kostbaar zijn de brug weg te breken. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen en vastgesteld wordt het besluit, dat als bijlage 7 aan deze notulen is gehecht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1959 | | pagina 11