Overwegende hieromtrent, dat bedoelde muur, door appellant zonder de daarvoor vereiste vergunning te hebben verkregen, is opgetrokken van betonnen blokken uit de bezettingstijd; dat dit uit aesthetisch oogpunt bekeken een minder fraai ge- zicht oplevert, temeer daar deze gevel vanaf de daarlangs lo- pende verkeersweg vanuit Hijum en eveneens vanaf de Miedweg zichtbaar is; dat weliswaar door Burgemeester en Wethouders is voorgeschre- ven om rondom de loods een beplanting aan te brengen van elzen, zulks in overleg met en onder goedkeuring van de gemeente-archi- tect, teneinde de loods zoveel mogelijk aan het oog te onttrek- ken, doch dat dit onvoldoende geacht wordt; B e s 1 u i t met handhaving van het bestreden besluit van Burgemeester en Wethouders, het daartegen ingestelde beroep ongegrond te ver- klaren. De Voorzitter schorst hierna voor plm. tien minuten de open- bare vergadering. Na heropening stelt hij aan de orde punt 17. Bespreking van de plannen tôt het bouwen van een gemeente- huis te Stiens. De Voorzitter herinnert er aan, dat in een vroegere vergade ring door de Raad besloten werd aan een tweetal architecten op- dracht te geven een schetsplan te ontwerpen. Dit was wel de minst vèrstrekkende opdracht, die gegeven kon worden. Wat de leden van de Raad nu hebben kunnen zien is het resultaat van deze opdracht. Spreker vindt, dat de Raad nu volkomen vrij is. Hij kan een keuze maken uit de twee, maar is niet gebonden aan het ingediende plan. Spreker stelt uitdrukkelijk, dat met de aanvaarding van een plan men niet gebonden is aan de indeling. Het spijt hem, dat de maquettes niet gelijk zijn aan elkaar. Eén der ontwerpers had een maquette laten vervaardigen, die hem naderhand niet naar de zin was en toen door een ander heeft la ten overmaken. De jury vond in beide plannen veel goeds. Zij geeft evenwel de voorkeur aan dat onder het motto "Tsjinje de mienskip"Spre ker vraagt: "Kan de Raad een uitspraak doen en wenst hij uit deze twee plannen een keuze te doen." Spreker meent persoonlijk van wel. Wethouder Di.ikstra wil er niet veel aan toevoegen; hij meent, dat er wel een keus gedaan kan worden, hoewel er bepaalde beden- kingen tegen beide plannen be-staan. Wethouder Zondervan ziet wel zoveel goeds in beide ontwerpen, dat een oordeel van de Raad mogelijk is. De Voorzitter vraagt of de Raad zich kan aansluiten bij het idee van Burgemeester en Wethouders. De heer Pcep.jes meent van wel. De heer Tolsma is niet enthousiast. Hij vindt noch het ene, noch het andere ontwerp, passen in de bestaande en nieuwe bebou- wing van Stiens. De verschillende architecten hebben daarover vaak aile een ander inzicht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1959 | | pagina 21