De Voorzitter daar-entegen is van oordeel, dat de gedachte
van de ontwerpers geweest is, het gebouw plat te houden tegen-
over de hogere omlijsting. Een hoog gebouw op die plaats past
niet in het dorpsbeeld van Stiens.
Wethouder Zondervan wijst er de heer Tolsma op, dat deze zich
goed moet realiseren, dat het gebouw in het nieuwe gedeelte van
Stiens komt.
De heer Soepboer vraagt of bij de keuze de bouwkosten geen
roi spelen. Worden de financiële consequenties niet zo, dat
deze ons parten gaan spelen. Is er een globale prijs bekend of
is er een richtprijs gesteld. Dit zijn vragen, die spreker wel
in overweging zou willen geven.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat niet in de eerste plaats
over een begroting gesproken is. De vraag is niet primair wat
kost het gevaldoch wij moeten een gemeentehuis hebben sober,
waardig en bruikbaar. De inhoud van het thans aangeboden ont-
werp is natuurlijk voor verandering vatbaar.
Mevrouw Bi.jlsma is het in zekere zin wel met de heer Tolsma
eens. Als we een andere architect genomen hadden, zouden we een
plan gekregen hebben van een andere stijl.
De Voorzitter herinnert er aan, dat van stonde af aan de
architect vrij gelaten is in zijn keus. Als wij hem aan een be-
baalde opdracht hadden gebonden zouden wij nu een ander resul-
taat te zien gekregen hebben. In principe luidde de opdracht:
"Kom met iets wat past in het kader van Stiens."
Wat de stijl van één der inzenders betreft herinnert spreker
de leden aan het hôtel "Het Herenhof" te Emmen, wat wij bezich-
tigd hebben.
De heer Tolsma merkt op, dat dit in de bebouwing staat.
De Voorzitter meent, dat dit juist in het voordeel van het
bouwwerk was.
De heer Tolsma wil nu nog geen keus doen. De andere leden
spreken zich niet uit.
De Voorzitter zegt daarom, dat als men een keus zou willen
doen, dat niet inhoudt, dat er geen veranderingen aangebracht
kunnen worden. Er zijn een aantal factoren, die het gebouw naar
het ene ontwerp aantrekkelijker maken. Een groot bezwaar vindt
spreker de grote hal in het andere ontwerp.
Wethouder Di.jkstra memoreert, dat in de vergadering van het
collège van Burgemeester en Wethouders, waarin de plannen zijn
besproken, uitdrukkelijk vastgesteld is, dat de Raad geen voor-
stel gedaan zou worden om zijn keuze te bepalen bij een bepaald
ontwerp. Persoonlijk heeft spreker wel een oordeel. Dit luidt
anders dan wat hij aanvankelijk als het beste zag. Spreker ge-
looft, dat hij zich teveel vastgebeten had aan wat de beoorde-
lingscommissie hem heeft voorgehouden. Dater is hij tôt de con-
clusie gekomen, dat een andere visie op het plan evengoed gemoti-
veerd en verantwoord is. Zo b.v. de plaats van het gebouw op het
terrein. Aanvankelijk heeft spreker met enige schroom tegen de
glaswand aangekeken. Maar niet vergeten mag worden, dat het ge
bouw wordt aangekleedEr is als een bezwaar tegen de glaswand
aangevoerd, de verwarming. Spreker erkent, dat dit een practisch
bezwaar lijkt, maar stelt de positieve vraag: is dat wel zo?