- 5 -
De heer Kalma merkt op, dat de Raad op deze manier geen keus
heeft. Was een herhaalde oproep niet mogelijk geweest, vraagt
spreker
Wethouder Di.ikstra wil daarop wel even antwoorden en zegt,
dat Burgemeester en Wethouders niet iemand zullen voordragen
van wie zij niet de overtuiging hebben, dat de candidaat voor
de betrekking geschikt is.
Na gehouden schriftelijke stemming blijkt, dat op mej. G. de
Jong 10 stemmen zijn uitgebracht, terwijl één stem van onwaarde
1S'De Raad stelt hierna het volgende besluit vast:
De Raad der gemeente Leeuwarderadeel;
Overwegendedat voorzien moet worden in de vacature van on—
derwijzeres aan de openbare lagere school te Britsum;
Gezien de voordracht van Burgemeester en Wethouders d.d. 19
October 1959;
B e n o e m t
tôt onderwijzeres aan de openbare lagere school te Britsum:
Geert.ie de Jong, geboren 8 Augustus 1938, tijdelijk onderwijze-
res aan de openbare lagere school te Irnsum, wonende te Grouw.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt herbenoeming van
de Vorderingscommissieals bedoeld in artikel 8, eerste lid van
de Woonruimtewet 1947
Dit voorstel luidt aldus: bijlage 3
Na gehouden schriftelijke stemmingen blijkt, dat de aftredende
leden zijn herbenoemd, evenals de leden van de Woonruimteadvies-
commissie
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt onbewoonbaarver-
klaring van een elftal woningen.
Dit voorstel is van de volgende inhoud (bijlage 4).
De heer Soepboer meent te weten, dat in Britsum diverse wonin
gen bezichtigd zijn en zou graag vernemen of ook een onderzoek
is ingesteld naar de toestand van het pand in de Boterhoek aldaar,
dat thans leeg staat.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat Burgemeester en Wethou
ders de toestand van deze woning nog niet zodanig vinden, dat on-
middellijke voorziening nodig is.
De heer Tolsma merkt op, dat in het voorstel en concept-
besluit genoemd wordt weduwe D. v.d. Ploeg.
Dit moet op een vergissing berusten, omdat het een ongehuwde
vrouw betreft.