- 13 -
De Voorzitter antwoordt, dat in verband met de kosten er
geen kans bestaat, dat het in andere dorpen komt of het moest
heél misschien Britsum zijn.
De heer van der Ploeg informeert naar de uitrit, die Sijbenga
te Jelsum verzocht heeft in verband met zijn benzinepomp.
De Voorzitter deelt mede, dat belanghebbende een dergelijke
uitrit kan krijgen als hij aan bepaalde voorwaarden wil voldoen.
Voorts vestigt de heer van der Ploeg de aandacht op de slechte
toestand van de waterlossing bij Bakker Douma.
De Voorzitter zal de gemeentearchitect hiervan in kennis
stellen.
De heer de Swart geeft zijn misnoegen te kennen, dat de ver-
betering van de overweg bij Jelsum zo lang op zich laat wachten,
wat de Voorzitter doet opmerken, dat dit enkel vastzit aan de
trage gang van zaken bij de Ned. Spoorwegen.
Voorts wijst de heer do Swart op de straatlantaarn bij
Ds Dikboom, die volgens hem op een verkeerde plaats staat.
Wethouder Pijkstra deelt mede, dat dit bij de behandeling van
de begroting in de Secties ter sprake zal worden gebracht. Bij
de opstelling van het grote verbeteringsplan is daar inderdaad
wel bij stiigestaan en zou met de wijziging rekening worden ge-
houden. Echter is de verhoging van de begrotingspost later weer
geschrapt
De Voorzitter sluit hierna de vergadering met de volgende
woorden:
Dames en Heren,
Evenals vorig jaar wil ik de laatste raadsvergadering van het
jaar niet beëindigen zonder een enkele opmerking over de zaken,
die U en mij in het afgelopen jaar bezig hielden.
Gemeentelijk bezien is er in het afgelopen jaar nogal wat
gebeurd, doch de nieuwe financiële verhoudingsregeling waar we^
vast op hadden gerekend, is nog niet tôt stand gekomen. Misschien
herinnert U zich, dat deze regeling al in 1958 zou gaan werken
en over enkele dagen is het 1960 en nog weten we niet waar we
aan toe zullen zijn.
De grote verhoging van de algemene uitkering, die Leeuwarde-
radeel met ingang van 1958 gekregen heeft uit het Gemeentefonds
heeft de financiële situatie voor ons sterk verbeterd, waardoor
we op onze begroting niet meer met een tekort behoeven te wer
ken in de orde van grote van f 100.000.-.
Desondanks is onze financiële toestand nog niet gezond, zoals
U wel duidelijk is geworden uit de toelichting, die U ontving
bij de begroting voor 1960.
Wij hopen dat de nieuwe financiële verhoudingsregeling snel
zal afkomen opdat we weten waar we aan toe zijn.
De woningsituatie in Leeuwarderadeel wordt geleidelijk aan
beter, wat niet wil zeggen, dat het tekort is opgeheven, want
nog steeds staan er een 70 woningzoekenden op de lijst waarvan
nu in tegenstelling tôt enige tijd geleden nogal wat mensen in
aanmerking wensen te komen voor een nieuwe woning.