-11- Zonder enige bespreking verenigt de Raad zich hiermede. 27. Verdeling bouwvolumen. Vervolgens deelt de Voorzitter mede, dat van de Gedeputeerde Staten de toezegging is ontvangen, dat in 1960 vier woningen ge- bouwd mogen worden. In de vorige vergadering is terloops ter sprake gebracht de vraag in welke dorpen eventueel nieuwe wonin gen zouden moeten komen. Burgemeester en Wethouders zijn het er over eens, dat in ver- band met het tekort aan normale woningen het toegewezen volumen gerealiseerd dient te worden door de bouw van vier gewone wonin gen. Wij kunnen er van uitgaan, aldus de Voorzitter, dat als er be jaardenwoningen zouden komen, dit er zes zouden mogen worden, maar de vraag dient dan gesteld hoeveel gewone nog bewoonbare woningen voor normale gezinnen komen daardoor vrij. De heer Tolsma is voorstander van het bouwen van bejaarden- woninkjesSpreker is het niet eens met de Voorzitter, dat het niet zoveel zou geven om het woningtekort te verminderen. Daarom wil spreker de vraag ernstig onder ogen zien: is het niet beter wèl bejaardenwoningen te bouwen. Mevr. Stolte zou ook. wel met voorbeelden kunnen aantonen, dat er wel grotere woningen door vrij zullen komen. De Voorzitter herhaalt, dat hij de mening van Burgemeester en Wethouders heeft weergegeven, maar mocht de Raad er anders over denken, dan kan hij zich daarbij neerleggen. De heer Tolsma is blij, dat de Voorzitter de Raad voor de keus stelt. Er is vroeger wel vaak over gepraat maar men is nooit tôt een positief resultaat gekomen. De Voorzitter zou zich kunnen voorstellen, dat als er in een dorp twee woningen gebouwd kunnen worden, er uit dat dorp een stem opkomtdie zegt: bouw dan liever drie bejaardenwoningen. Mevrouw BiUsina wil van tevoren graag weten of er in de diverse dorpen behoefte bestaat aan bejaardenwoningen. Dat zou onderzocht kunnen worden. De heer B.R. Di.ikstra is het daar mee eens. Er moet een en quête gehouden worden om te weten hoeveel behoefte hier en daar bestaat. Als de Raad een dergelijk overzicht wordt verstrekt, kan hij beter een oordeel uitspreken over de behoefte aan bejaarden- woningen dan nu het geval is, nu men zonder gegevens een beslis- sing moet nemen. De heer Soenboer doet het voorstel uit dit volume vier gewone woningen te bouwen. Men ga in de loop van het jaar onderzoeken hoeveel behoefte er is aan bejaardenwoningen. De heer van der Ploeg kan daar ailes voor voelen. De heer Tolsma is evenwel van oordeel, dat er reeds nu voor bejaardenwoningen veel liefhebbers staan ingeschreven. De Raad besluit het toegestaan volume te realiseien door de bouw van vier gewone woningen. De Voorzitter zegt, nu dit besluit gevallen is, de vraag be antwoord dient te worden: waar moeten deze komen. Aan de hand van de lijst van woningzoekenden voelt spreker er voor twee ervan in Britsum te bouwen en twee in Stiens.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1960 | | pagina 21