- 18 -
De Voorzitter merkt op, dat er in de boezem van het collège
van Burgemeester en Wethouders geen eenstemmigheid heerste. Er
is een meerderheid, die de regeling van vorig jaar wil handhaven.
De minderheid wil verder gaan. Een en ander blijkt uit de memo-
rie van antwoord.
De heer Zondervan, de minderheid vertegenwoordigendevindt,
dat het voor de bevolking van het friese platteland van groot
belang is, dat de kinderen op de scholen in het fries worden
onderwezen.
De heer Tolsma voelt voor het toekennen van een vergoeding voor
het bezit van een zangdiploma.
De Voorzitter wijst er op, dat eerst een beslissing moet wor
den genomen ten aanzien van de friese akte.
De heer B.R. Dilkstra voelt er ailes voor om naast het bezit
van de akte het lesgeven apart te bezoldigen. Dit voorstel wordt
ondersteund door de heer de Swart.
In stemming gebracht wordt het verworpen met 7 tegen 4 stemmen.
Tegenstemden mevr. Stolte, mevr. Bijlsma en de heren i.lh.
Dijkstra, Kalma, Tolsma, Poepjes en van der Ploeg.
Vo6r stemden de heren Zondervan, B.R, Dijkstra, Soepboer en
de Swart.
Derhalve blijft de bestaande toestand gehandhaafd.
Met betrekking tôt de beloning van het zangdiploma merkt de
heer Tolsma op, dat Burgemeester en Wethouders in de memorie van
antwoord gewagen van "één of ander diploma"; wat wordt daarmede
bedoeld
De Secretaris licht toe, dat hem een 3-tal diploma s bekend
zijn n.l. het Gehrels diploma, het Ward getuigschrift en het
diploma van de Kon. Ver. tôt bevordering van de Toonkunst. Mis-
schien zijn er nog meer.
De Voorzitter zegt toe, dat dit onderzocht zal worden.
Subsidies
De heer Tolsma herinnert er aan, dat bij de behandeling van
de vorige begroting door de Voorzitter gezegd is, dat Burgemees-
ter en Wethouders het subsidiebeleid nader zouden bezien. Bij het
onderzoek van de nieuwe begroting in de Secties heeft spreker
moeten constateren, dat van ombuiging van het subsiaiebeleid
geen sprake is. Het is daarom moeilijk geweest er een ooraeel
over uit te spreken. Er zit geen lijn in deze zin dat niet voor
bepaalde particulière doeleinden een zeker bedrag beschikbaar
wordt gesteld. Zo b.v. een reclasseringsinstelling die subsidie
uit de gemeentekas vraagt. Er wordt 2 cent per inwoner toege-
staan. Een paar jaar later komt er van een andere instantie een
geiijk verzoek en dan wordt in de regel gezegd: dan aie ook maar
2 cent. Maar het is de vraag, komen er in onze gemeente nu in-
eens zoveel meer reclasseringsgevallen voor. Spreker zou het
daarom beter vinden voor een bepaald doel een zeker bedrag be
schikbaar te stellen. Komen er dan meer organen, die zich op
hetzelfde terrein bewegen, dan kan men het op de begroting uit-
getrokken bedrag naar rato verdelen b.v. zoals dit bij de ge-
zinsverzorging geschiedt in de vorm van zoveel per verzorgings—
dag.