De Raad der gemeente LEEIJWARDERADEEL
Overwegende dat door de Minister van Volkshuisvesting
en Bouwnijverheid bij beschikking van 20 Januari 1960, nr.
BV 235-R.B.57A, de grond- en bouwvoorschotten voor het
complex van 2x4 woningwetwoningen 1956 te Hijum en Oude
Leije definitief zijn vastgesteld;
dat hierbij buiten beschouwing gelaten zijn de kosten
voor het aanbrengen van boilers en douche-apparaten in
deze woningen ten bedrage van f 3256,
dat het wenselijk is hiervoor van gemeentewege een
voorschot te verlenen aan de Woningstichting'Deeuwarden-
Leeuwarderadeel"gevestigd te Leeuwarden, welke stichting
bij Koninklijk Besluit van 10 Maart 1914, no. 17, is toe-
gelaten als instelling, uitsluitend in het belang van de
verbetering der volkshuisvesting werkzaam;
dat de bewoners van de inmiddels reeds bewoonde woningen
voor deze extra voorzieningen bereids wekelijks f -,70
huur meer betalen;
dat rente en afschrijving alsmede onderhoud hieruit
ruimschoots kunnen worden bestreden;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
4 Mei 1960;
Gelet op artikel 52 van de Woningwet;
Besluit
aan het bestuur van de Woningstichting "Leeuwarden-
Leeuwarderadeel" een voorschot uit de gemeentekas te ver
lenen van 3256,— voor het aanbrengen van boilers en
douche-apparaten in de aan de woningstichting in eigendom
toebehorende 2x4 woningwetwoningen 1956 te Hijum en Oude
Leije, plaatselijk gemerkt Hijum 127a t/m d en Einkum 100b
t/m e, tegen een rente van 44% per jaar en zulks onder de
navolgende voorwaarden:
a. voor rente en aflossing van het voorschot moet door de
woningstichting aan de gemeente jaarlijks gedurende 20
jaren een annuiteit worden voldaan, groot 7,521983% van
het werkelijk verleende voorschot
b. de annuiteit, zal voor de eerste maal vervallen op de
dag nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen,
in verband met het tijdstip of de tijdstippen, waarop
het voorschot zal zijn uitbetaald;
c. bii faillissementof bij ontbinding of opheffmg der
instelling, alsmede indien de voorwaarden, waaronder
het voorschot is verleend, niet wordt nageleefd, wordt
het voorschot op de onafgeloste gedeelten daarvan ter—
stond opvorderbaar
d bii vervreemding of bezwaring van onroerende goederen
der instelling, zonder goedkeuring van Burgemeester en
Wethouders, of anders van Gedeputeerde Staten, zal het
bestuur aan de gemeente verbeuren een bedrag van Jwee-
duizend gulden 2000,—) waarvoor de leden van het
bestuur, die aan het besluit tôt vervreemmg of be-
zwaring hebben medegewerkt of zich daartegen niet heb-
ben verzet, 00k na hun aftreden als bestuurslid hoofde-
lijk ieder voor het geheel aansprakelijk zijn;
(O. J I
iage nr. 31
l notuîen Raad:18Mei60