18. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt overneming in eigendom, onderhoud en beheer van de Ritske Boelemastraat te Stiens Dit voorstel luidt aldus (bijlage 35). De heer Pcep.jes was ten zeerste verwonderd toen hij dit voor stel las. Destijds - hij was in die dagen wethouder - was het zc, dat het gemeentebestuur blij was, dat het wat kon doen. Door een overspannen arbeidsmarkt kon men vaak in het westen en zuiden van het land niet bouwen waardoor er daar bouwvolume over was en dan kon het gebeuren, dat wij hier in het noorden extra volume konden krijgen. Via deze kanalen heeft Leeuwarderadeel ook enige malen een extra toewijzing gekregen waarmede de wo- ningen aan de Kakenweg, Petterhuisterweg en Ritske Boelema straat (gedeeltelijk) tôt stand zijn gekomen. Om een verant- woorde huur te krijgen konden wel de kosten van het bouwterrein, doch niet die van de aanleg van straten en riolering in de ex- ploitatierekening worden opgenomen. Deze laatste zijn toen voor rekening van de gemeente genomen. Spreker vindu het daarom vreemd, dat deze uitgaven thans nog aan de Y/oningstichting in rekening gebracht zullen worden. De Voorzitter kan zich dat wel indenken. Doch bij een huur, die men toen gewend was te betalen, zouden deze kosten een zo- danige huurverhoging veroorzaakt hebben dat het voor de huur- ders bezwaarlijk was geworden. De heer Poep.ies beschouwt de Woningstichting als een orgaan, dat opkomt voor de mensen, die geen hoge huur kunnen betalen. Spreker vindt dat destijds een goed besluit is genomen. Als wij destijds niet zo veel nieuwe woningen hadden kunnen bouwen, wa- ren er nog meer mensen vertrokken. Als de Woningstichting geld over houdt, zal ze daarmede de bestaande woningen kunnen verbe- teren en nog aantrekkelijker maken. De Voorzitter vindt, dat wat thans wordt voorgesteld, een kwestie van rechttrekken is. Bij andere complexen is de straat- aanleg wel in rekening gebracht en daar is men ook tôt een ver- antwoorde huur gekomen. Spreker onderstreeptdat er destxjds goed aan gedaan is zoveel mogelijk woningen te bouwen, maar be- twijfelt of het wel de bedoeling is geweest, dat de gemeente het geld voor de stratenaanleg aan de Woningstichting heeft willen schenken. Het bestuur van de stichting is ook van oordeel, dat het juister is de destijds gemaakte kosten aan de gemeente terug te betalen en de straten in eigendom aan de gemeente over te dragen, waardcor de V/oningstichting van de onderhoudslast afkomt De heer Poenjes: "wat het bestuur van de Woningstichting zegt, telt bij mij niet zo erg, want er zit geen huurder in dat be stuur" De Voorzitter merkt naar aanleiding hiervan op, dat de huur- ders er geen cent meer huur om behoeven te betalen. Als destijds rekening was gehouden met de hoge kosten van het bouwrijp maken van de grond zouden toen de huren wèl hoger geworden zijn. Wethouder Zondervan kan moeilijk aannemen, dat de Gedeputeerde Staten indertijd de begrotingspost bewust hebben goedgekeurd. De heer Poen.ies is daar wel heel zeker van.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1960 | | pagina 23