Onâerwerp:
Bezoldiging gemeente-
personeel
H u i z u m, 25 April 1960,
Bij circulaire van 28 Maart j.l. Nr A 602/U 962
Hoofdafd. O.P.Z. afdBezoldiging Bureau III, berichtte
de Minister van Binnenlandse Zaken aan de gemeente-
besturendat aan de algemene salarisverhoging in het
kader van het huidige loonbeleid (de z.g. 5^-verhoging)
formeel geen terugwerkende kracht zal worden verleend
tôt 1 Januari j.l. (hetgeen tôt herberekening van de
salarissen van die datum af zou moeten leiden) doch
dat de salarisverhoging voor het eerste kwartaal van
1960 zal worden "a%ekocht" door een uitkering ineens.
Teneinde voor de salaris-administratie de bereke-
ningen zo eenvoudig mogelijk te houden is bepaald,
dat de uitkering ineens wordt verleend ter grootte van
tweemaal het bedrag van het voorschot op de voet van
de richtlijnen van de ministeriële circulaire van 4
Januari 1960, een en ander onder volledige verreke-
ningen van het terzake als voorschot of uitkering
eerder toegekend bedrag.
Voor een goed begrip merken wij op, dat krachtens
bedoelde circulaire aan het Rijkspersoneel over het
1e kwartaal van 1960 een voorschot in de vorm van een
uitkering ineens werd verstrekt, gebaseerd op een
salarisverhoging van 3$.
Th§ns ontvangen de rijksambtenaren over het 1e
kwartaal 1960 er dus nog eens zo'n uitkering bij,
waardoor de salarisverhoging voor hen over dat tijd-
vak 6$ heeft bedragen.
Bij Uw besluit van 18 Maart j.l. werd aan het daar-
voor in aanmerking komende gemeentepersoneel over het
1e kwartaal van 1960 een voorschot, in de vorm van een
uitkering ineens, verleend, -in afwijking van hetgeen
voor de rijksambtenaren gold- gebaseerd op een salaris
verhoging van 5i<>. m
Het personeel dezer gemeente komt in vergelijkmg
tôt de rijksambtenaren over het 1e kwartaal van 1960
dua thans nog 1tekort.
Gezien het nauwe verband, dat er steeds heeft
bestaan, tussen de salariëring van het rijks- en
gemeentepersoneel, stellen wij U voor, alsnog tôt toe-
kenning daarvan over te gaan, door het vaststellen van
het hierbijgaande concept-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel,
AAN
de R a a d
De Secretaris,
-2.08.741
Bijlage nr. 3
notuîen Raad:18Mei60