De Raad der gemeente LEEÏÏWARDERADEEL
G-ezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.
4 Mei j.1}
Gelet op het advies van de commissie voor georganiseerd
overleg in ambtenarenzaken in deze gemeente d.d. 4 Mei j1
B e s 1 u i t
vast te stellen de navolgende:
SPAARVERORDENING VOOR HET PERSONEEL IN DIENST VAN DE
GEMEENTE LEEÏÏWARDERADEEL.
Artikel 1
Deze verordening verstaat onder:
a. ambtenaar: 1. de ambtenaar in de zin van artikel 1 van
het Algemeen Ambtenarenreglement
2. de werknemer in de zin van de Arbeidsover-
eenkomstenverordening, voor zover hij in
dienst is genomen overeenkomstig de be-
palingen van afdeling I van die verorde
ning
voor zover op hem niet van toepassing is de
Premiespaarregeling Rijksambtenaren
b. bezoldiging tevens loon, wachtgeld en uitkering}
c. pensioensgrondslag:
1mede het bedrag waarop met betrekking tôt
een ambtenaar, die de hoedanigheid van
ambtenaar in de zin van de Pensioenwet
1922 (S. 240) niet bezit, de pensioens
grondslag zou zijn vastgesteldindien hij
genoemde hoedanigheid zou hebben bezeten;
2. het totaal van de pensioensgrondslagen,
indien de ambtenaar in twee of meer
betrekkingen in dienst van de gemeente is
d. overheidsdienstdienst bij een der lichamen, bedoeld in
de artikelen 3 en 4 der Pensioenwet 1922 (S. 240);
e. spaarrekeningeen bijzondere of een gemeentelijke
spaarrekening als bedoeld in artikel 3
f. ontslag: iedere beëindiging van de dienstbetrekking
g. uitkering: een uitkering op grond van artikel 5 van de
ïïitkeringsverordening
Artikel 2.
1 Op verzoek van de ambtenaar wordt bij de uitbetaling
van ziin bezoldiging een gedeelte daarvan ingehouden.
Dit gedeelte ten hoogste 5/12# per maand van de op het
tiidstip van het verzoek voor hem vastgestelde pensioens
grondslag onderscheidenlijk, indien de bezoldiging per
week wordt uitbetaald, 1/10# van die pensioensgrondslag,
doch niet meer dan f 50,per maand.
Bijîaqe nr.-|o
rsotulen Raad :18Mei60