- 4 - Toelichting. Artikel 104 van het A.A.R. (hetzelfde geldt voor artikel 40 A.O.V. ten aanzien van een arbeidscontractant) regelt o.a. de bêtaling aan de gewezen tijdelijke amb tenaar van hetgeen op zijn bezoldiging krachtens 17 is ingehouden (n.l. een bedrag gelijk aan de pensioensbijdragewelkehij zou hebben moeten betalen, indien hii onder de Pensioenwet vielj. Yolgens lid 2 van dit artikel geschiedt deze betaling, wanneerbet dienstverband van de tijdelioke geëindigd voordat hij onder de PensJ0®™®1; ko^ te vallen. Deze regel lijdt volgens lid 2, sub a, uit zondering en het ingehoudene wordt dus met uitbetaald, wanneer betrokkene binnen 2 maanden na het te dienstverband weder als ambtenaar m ti^deli^ke dienst der gemeente wordt aangesteld, dan wel op arbeidsover- eenkomst in dienst der gemeente;wordt aangenomen. Dan immers bestaat opnieuw de mogelijkheiddat door ver loop van tijd betrokkene onder de Pensioenwet zal gaan vallen en ziin vorige dienttijd zal gaan îMopen; m dat seval kan de gemeente dan het ingehoudene aanwenden voor hit door betïokkene te betalen aandeel m de mkoop- S°mie uitzondering is eohter te beperkt in zoverre alleen het weder in dienst der gemeente treden immers ook als betrokkene binnen 2 maanden m tijdelijk dienst bij een ander overheidslichaam wordt genomen, bestaat eveneens de mogelijkheid voor hem om on e Pensioenwet te komen en bestaat er gemeente de mogelijklaeid een deei van moeten betalen. Ook in dat geval heeft de gemeente er dus belang bij, dat hetgeen mgehouden is onder haar rustine bliift. Het verdient daarom aanbevelmg de woorden "der gemeente" te vervangen door "van één der ïîcîi^ên, bïafïll in de artikelen 3 en 4 der Pensioen- wet" 9. Artikel 112a van het A.A.R. Tua-pvoeed wordt artikel 112a, luidende. Ten aanzien van de gewezen ambtenaar in jas e i^op wiens dienstverband is geëindigd onâers<cheid<enl 3 P tmn artikel 8. lid 3, artikel 110, lid i, sud a, fub c en sub g, is de ïïitkeringsverordening van 0jer- eenkoms"tige toepassing. De gewezen ambtenaar in v e. mo „r,4-^-ia^Pn is on grond van artikel 110, lia asirg?'hIe?t°Slefl£sp?al£ Siet indien voor hem een regeling is getroffen als bedoeld in artikel 111, lid 3. Toelichting. up+ vnr als een lacune in de rechtspositieregelmg beschouwd worden. Kf l\ .RYgeen ^fo^I^e fit?St&ring hêeft wanneer hi^na gehouden^zonder da^he^ Llfllagll van de proef te wijten is aan zijn schuld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1960 | | pagina 101