e. een atrook grond ter grootte van 26.8 Are, deel uitmakende van het kadastrale perceel gemeente Hijum, Sectie B, no. 318, voor de prijs van 0,65 per m2, totaal derhalve voor f 1742.- plus een snijschade voor dit perceel van f 240.-, plus een vergoeding van f 180.- wegens waardeverlies voor 4? Are cultuurgrond waarvan zuid-oostelijk van het perceel Sectie B, no. 318, voor rekening van de gemeente een (eigen) weg moet worden gemaakt. f. een strook grond ter grootte van 5 Are, deel uitmakende van het kadastrale perceel gemeente Hijum, Sectie B, no. 296, voor de prijs van f 0,65 per m2, totaal derhalve voor f 325 De totale pacht-dervings schadeloosstelling voor de pachter P.H. Gerbens, voortvloeiende uit bovenstaande transacties, wordt bepaald op f 3425.-. Voorts is de gemeente gehouden de scheidingssloot liggende tussen de percelen nos. 319 en 1763, te dichten. Verder moet de gemeente een duiker leggen ten behoeve van de afwatering onder de nieuwe weg door, om het water van de zuid- sloot van het kadastrale perceel no. 1644, naar de huidige berm- sloot west van de Breedijk te brengen en dan onder de dam (waar- onder een pomp te leggen) do Dr, welke dam ligt van de Breedijk op het kadastrale perceel no. 319, zodat het water in de Wurge kan k*men. Indien de bermsloten langs het nieuwe wegtracé door de kadas trale percelen nos. 1619, 1763 en 319 's zomers geen water zul- len bevatten (de sloten moeten zeer diep zijn, omdat die perce len hoog liggen en het tracé door de kruin van de landerijen looptmoet langs die sloten door de gemeente bovendien een vee- kerende afscheiding van betonpalen met draad worden geplaatst. De taluds langs de sloten moeten afgewerkt worden in de ver- houding 1 3. Het werk moet voor zover nodig worden uitgevoerd in overleg met de pachter P.H. Gerbens, terwijl het de goedkeuring moet kunnen wegdragen van de heer M.G. Jensma te St. Annaparochie landdeskundige van de Algemeene Priesche Levensverzekering Maat- schappij Algemeen. 1waar de gemeente dammen heeft te leggen zullen deze bestaan uit 2 betonleggers (onderling aan elkander verankerd) met 2 beton palen, voorzien van ijzeren haken (waar de hekken in bevestigd kunnen worden) doch niet van hekken. 2. waar nodig moeten de wallen die te hoog zijn, glooiend worden neergezet en weer met zoden worden afgedekt. 3. Verstoorde drainages moeten worden herlegd en her-aangesloten. Aldus vastgesteld door de Raad voornoemd in zijn openbare ver- gadering van ,Voorzitter Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1960 | | pagina 127