- 7 - Bij punt 4 betrekking hebbende op de bezoldiging van het hoofd van de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Zaken naar een 1e klas standplaatsleest de Voorzitter ter verduidelijking, een commentaar voor, dat verschenen is op de artikelen 3 en 4 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren, welke artikelen de standplaatsaftrek voor de Rijksambtenaren regelen, alsmede een schrijven van 25 Juni 1959 van de Minister van Binnenlandse Zaken aan zijn ambtgenoten, welk schrijven is opgenomen in "De Gemeentestem" van 1 Augustus 1959- Het hoofd van Sociale Zaken heeft zijn werk zowel in de ge- meente als op het gemeentehuisDan mag voor de ambtenaar de gunstigste bepaling worden toegepast. Zonder de hieromtrent bestaande bepalingen geweld aan te doen, kan het hoofd gevoege- lijk worden bezoldigd naar een 1e klas standplaats, aldus de Voorzitter. De heer Tolsma is hiervan niet overtuigd. Het gemeentehuis staat nu toevallig in Huizum. Spreker is op de gemeente-classi- ficatie tegen. Hij vindt het niet reëel tegenover de andere ambtenaren in Stiens. Spreker voelt er dan meer voor om aile ambtenaren in de 1e klas te plaatsen. Deze ambtenaar is pas benoemd op dat salaris en nu komt men al weer met een voorstel tôt verhoging van het salaris. Aan verhoging van het salaris met één of twee periodieke verhogingen geeft hij de voorkeur. Vanneer het gemeentehuis naar Stiens wordt verplaatst, wordt de jaarwedde dan weer 3e klas, zo vraagt hij. De Voorzitter is ook tegen de classificatiemaar het ligt nu eenmaal zo. De Minister heeft het bepaald. Het bestaande stelsel geeft echter de mogelijkheid het hooid van Sociale Zaken in een hogere klas te rangschikken en dan dient die mogelijkheid te worden benut. Waarom zouden we dit niet doen, als het kan. Spreker is er niet minder tegenstander van de gemeente-claesificatie door. Wanneer het gemeentehuis naar Stiens wordt verplaatst, be- houdt deze ambtenaar aanspraak op een 1e klas salaris. De heer Tolsma blijft het onbillijk vinden tegenover de andere ambtenaren in Stiens. Spreker vindt het dan ook jammer, dat gemeentewerken zich al in Stiens bevindt, anders hadden die ambtenaren ook een 1e klas salaris gehad. De Voorzitter: Uit dat oogpunt bekeken inderdaad. Die ambte naren werken en wonen in de gemeente en dat ligt dus thans wo^i iets anders dan het hoofd van Sociale Zaken. De heer Tolsma wil het toch maar proberen om aan aile ambte naren een 1e klas salaris toe te kennen. De Voorzitter moet dit ernstig ontraden. Hij heeft zich hieromtrent met de provinciale griffie verstaan en daar verno- men, dat het van hogerhand toch niet goedgekeurd wordt. Wethouder Zondervan kan zich de gedachtengang van de heer Tolsma niet begrijpen. Deze is tegen de classificatie en nu bestaat de mogelijkheid om de classificatie voor een ambtenaar op te heffen, dan moet die kans toch worden aangegrepen. De andere ambtenaren worden er niet door benadeeld. De heer Tolsma ligt dit geval niet lekker. Het wil mevrouw Bi.ilsma voorkomen, dat er bij de benoeming een fout is gemaakt. Toen reeds had men moeten uitgaan van een 1e klas standplaats.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1960 | | pagina 13