De Voorzitter erkent- dat,. in de oproeping. s tond 3e klas
standplaats, aan het begin is de fout gemaakt.
Mevrouw Bi.ilsma voelt er dan wel voor om het hoofd van So
ciale Zaken met terugwerkende kracht in een 1e klas standplaats
in te delen.
Het gaat de heer Tolsma niet om de persoon maar hij
het apparaat te duur worden. Het kasbeheer is reeds overgedra-
gen aan de gemeente-ontvangerdie daarvoor een beloning van
f 1380.- per jaar ontvangt.
De Voorzitter merkt op, dat het salaris van het nieuwe hoofd
met f 350.- is verlaagd, omdat hij gelijk geschakeld is met de
commies A ter secretarie. Bovendien is er f 252.- standplaats
aftrek afgegaan. Dat komt er nu weer bij.
Mevrouw Bi.ilsma wijst er nog op, dat de ambtenaar op het
bureau naar 1e klas wordt bezoldigd. Het hoofd van de dienst
naar 3e klas, hetgeen een vreemde situatie is.
De Voorzitter zegt, dat de ambtenaar op het bureau zijn
werk uitsluitend in Huizum heeft.
De heer B.R. Diikstra is van oordeel, dat de mogeli jkheid.
die er bestaat, moet worden aangegrepen. Hij ondersteunt het
voorstel van mevrouw Bijlsma om dit met terugwerkende kracht
te doen.
De Voorzitter herinnert er aan, dat het vraagstuk van de
gemeente-classificatie ook in de Provinciale Staten aan de
orde is geweest. Er is een commissie benoemd, die hiero
rapport zal uitbrengen. Misschien dat de mogelijkheid
schaffing eens aanwezig zal zijn.
De heer Soenboer meent, dat deze man niet gestraft moet wor
den, omdat de anderen gestraft worden.
De heer Tolsma brengt daar tegen in, dat hij de anderen ook
wil optrekken tôt het peil van een 1le klas^gemeenteH13 n°®
de gemeente-classif icatie "schandalig en schunmg
op het platteland is niet goedkoper, volgens spreker. H13 be
treurt het, dat de Voorzitter de provinciale griffio opge e
heeft om zich vooraf van de mogelijkheid te vergewissen.
De heer Soeoboer is ook voor terugwerkende kracht. In <Je-
zelfde zin spreken zich de heren B.R. Dijkstra en deSwart uit.
Het amendement wordt daarop zonder hoofdelijke stemmmg aange
nomen.
De heer Tolsma vraagt zich af, of wij dit nu wel goed doen.
Krijgen wij geen scheve verhoudingen met gemeentewerken
De Voorzitter meent van niet. Deze man krijgt voortaan naar
een 1e klas standplaats uitbetaald en daar heeft hij vo gens
de voorschriften ook recht op.
De Voorzitter vraagt vervolgens of iemand over het aang«-
vulde voorstel nog hoofdelijke stemming verlangt.
HP hper Tolsma voelt daar geen behoefte aan, doch hij wil er
nog even met^ïâdruk op wijzen, dat hij de gemeentelijke drenst
voor Sociale Zaken een vrij duur apparaat vindt.