De Raad der gemeente LEEUWARDERADEEL
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.
31 Augustus 1960;
Gelet op het advies van de commissie voor georganiseerd
overleg in ambtenarenzaken d.d. 29 Augustus j1
B e s 1 u i t
vast te stellen de navolgende:
Verordening houdende bepalingen J^e,treffen_d_e_ _de_
geVaYlejn waarbijL een ambTenajar in, vaste dienst.
recht' heeft_ op wac'htgeld.
Artikel 1
1. Aan de ambtenaar in vaste dienst, wie eervol ontslag
wordt verleend overeenkomstig artikel 105, eerste lid, van
het Algemeen Ambtenarenreglement en die niet met ingang van de
dag van ontslag bij de gemeentelijke personeelsreserve îs
aangesteldwordt met ingang van die dag, indien h.13 als-
dan niet krachtens de Pensioenwet 1922 (Staatsblad no. 24-0)
recht op pensioen uitgezonderd vervroegd ouderdoms-
pensioen, bedoeld in artikel 48, eerste lid, onder b, dier
wet kan doen gelden, ten laste van de gemeente een
wachtgeld toegekend op de voet der bepalingen van deze
verordening. Hetzelfde geldt voor de ambtenaar in vaste
dienst, die ontslag vraagt op grond dat hem schriftelijk
het voornemen is medegedeeld hem eervol ontslag als be
doeld in de voorgaande zin te verlenen.
2 Voor de toepassing van deze verordening worden mede
geacht in vaste dienst te zijn ambtenaren, die îngevolge
de bepalingen met het Algemeen Ambtenarenreglement in
tiidelijke dienst zijn aangesteld en een met wezerli]^
onderbroken dienttijd van ten minste vijf 3afe*?
vervuld, tenzij zij belast zijn met werkzaamneden van
lopende aard.
3. In deze verordening wordt verstaan onder wacht-
geldér de gewezen ambtenaar, die ingevolge deze veror
dening wachtgeld geniet.
Artikel 2.
1Aan de ambtenaren, bedoeld in artikel 1wordt ge-
durende een termijn van drie maanden, mgaande op de dag
van het ontslag, een wachtgeld toegekend, gelijk aan de
laatsteljgjk voîi het ontslag aan de betrekking verbonden
wedde.
2 Na afloop van die termijn wordt aan hen, die op de
das van ontslag de leeftijd van 20 jaren hebben bereikt,
verder wachtgeld toegekend op de in artikel 4 omschreven
voet.
Artikel 3.
1. Voor de bepaling van het in artikel 2, tweede lid,
bedoelde wachtgeld voor hen, die op de dag van het on -
slag geen kostwinner zijn van een gezm, vmdt artiKei 4
overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat de ge-
vonden bedragen met 20worden vernunderd.