Bij gelijktijdig genot van inkomsten, bedoeld onder a en b, wordt het wachtgeld verminderd met het gedeelte der in- komsten onder a» waarmede deze, vermeerderd met het wacht geld, de laatstelijk voor het ontslag aan de betrekking verbonden wedde overschrijden. Vervolgens wordt bij het eventueel verminderde wachtgeld geteld het bedrag der in- komsten onder a en b en een tweede vermindering bepaald op het bedrag, waarmede de verkregen som 110$ der laatstelijk genoten wedde overschrijdt 3. Met inkomsten, die genoten worden in dienst van een openbaar lichaam, worden andere inkomsten gelijk gesteld, indien zij verbonden zijn aan een betrekking, waardoor de wachtgelder onder de Pensioenwet 1922 (S. no. 240) valt, of ware hij in vaste dienst, ongeacht het bepaalde bij artikel 3, eerste lidonder b, dier wet, zou vallen. 4. Het in de voorgaande leden bepaalde vindt overeen- komstige toepassing ten aanzien van inkomsten uit of in verband met arbeid^of bedrijf ter hand genomen gedurende verlof, onmiddellijk voorafgaande aan het ontslag ter zake waarvan het wachtgeld is toegekend. 5. Wanneer de wachtgelder uit of in verband met arbeid of bedrijf ter hand genomen v66r de dag, waarop ontslag terzake waarvan het wachtgeld hem is verleend, hem is aan- gezegd, of door hem is aangevraagd, op of na die dag in komsten of hogere inkomsten gaat genieten, zijn ten aanzien van die inkomsten of hogere inkomsten de bepalingen van dit artikel van overeenkomstige toepassing. 6. In geval inkomsten worden genoten in dienst van een_ openbaar lichaam uit overwerk of bij wijze van gratificatie blijft de in de vorige leden bedoelde vermindering achter- wegeOnder overwerk wordt voor de toepassing van dit lid verstaan aile arbeid, die volgens het ter zake toepasselijh algemeen verbindend voorschrift als zodanig wordt be- schouwd 7. In geval van inkomsten uit hoofde van een vrijwillige verbintenis bij instituten als de nationale reserve, de reserve grensbewaking, de reserve rijks- en gemeente- politie en de bescherming bevolking kan worden bepaald, dat de in de vorige leden bedoelde vermindering geheel of gedeeltelijk tôt wederopzegging achterwege blijft. 8. Van het ter hand nemen van enige arbeid of bedrijf doet de wachtgelder onverwijld mededeling aan Burgemeester en Wethouders of een door dezen aan te wijzen ambtenaar. Daarbij doet hij, voor zover mogelijk, opgave van de in- komsten, die hij uit de ter hand genomen werkzaamheden zal trekken; hij is voorts verplicht om, indien die inkomsten tiidelijk of blijvend wijziging ondergaan, daarvan tijdig voor het verschijnen van de eerstvolgende wachtgeldtermijn nadere opgave te doen. Zijn de inkomsten aist vooraf op e geven, dan doet hij tijdig v66rhet verschijnen vanelke wachtgeldtermijn opgave van de inkomsten, die hij smas het ter hand nemen van de werkzaamheden of sinds de vorige opgave heeft genoten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1960 | | pagina 53