- 2 - e. "kostwinnerdegene, die naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders als kostwinner van een gezin moet worden aangemerkt. 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder ontslag mede verstaan: beëindiging ener dienstbetrekking op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. Artikel 2. Deze verordening is van toepassing op hen, die de 65- jarige leeftijd niet hebben bereikt en die in dienst van de gemeente werkzaam zijn; a. in tijdelijke dienst als ambtenaar in de zin van het Algemeen Ambtenarenreglementindien zij in geval van ont slag geen aanspraak op wachtgeld ontlenen aan de Wachtgeld- regeling 5 b, als werknemer in de zin van de Arbeidsovereenkomsten- verordening, voorzover zij in dienst zijn genomen overeen- komstig de bepalingen van afdeling I dier verordening. Artikel 5. 1. Belanghebbenden worden onderscheiden in lien, die: a. op de dag van het ontslag de leefrijd van 18 jaren hebben bereikt en een diensttyd hebben van drie of meer jaren. b. in de aan het ontslag onmiddellijk voorafgaande période van 12 maanden gedurende tenminste 78 dagen in loon- dienst hebben gewerkt. 2. Indien een ontslag als bedoeld in het eerste lid, onder b, ingaat binnen 12 maanden na een période, waarin de belanghebbende ten gevolge van ziekte, ongeval of militaire dienst verhinderd was arbeid in loondienst te verrichten, wordt de période van 12 maanden verlengd met de duur van de période van de bedoelde verhindering. Artikel 4. 1. Een belanghebbendeals bedoeld in artikel 5» eerste lid, onder a, aan wie ontslag is verleend en een belang hebbende, als bedoeld in artikel 5» eerste lid, onder b, die ten gevolge van een hem verleend ontslag onvrijwillig werkloos wordt, ontvangt met ingang van de dag van ontslag voor zover hij alsdan niet in de termen valt om pensioen, uitgezonderd vervroegd ouderdomspensioen, bedoeld in artikel 48, eerste lid, onder b, der Pensioenwet 1922 (S. no. 240) te genieten een uitkering op de voet van de be palingen van deze verordening. 2. Geen aanspraak op uitkering als bedoeld in het eerste lid bestaat, indien het ontslag op eigen verzoek wordt ver leend dan wel aan eigen schuld of toedoen is te wijten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1960 | | pagina 67