-2.08.741 H u i z u m, 12 September 1960. Onderwerp: Bezoldiging gemeentepersoneel. Bij circulaire van de Minister van Binnen- 1andse Zaken d.d. 24 Maart j.l. nr. A 602/U 944, Hoofdafdeling O.P.Z., Afdeling Bezoldiging, Bureau III, met bijlagen, werden ter kennis van de gemeentebesturen gebracht, de voorgenomen voorzieningen ten aanzien van de bezoldiging van het rijksper- soneel, ingaande 1 April 1960. In de nieuwe salarisbedragen is naast de huurbijslag 1957 en de 5 salarisverhoging, de extra-voorziening voor de laagst bezoldigden verdisconteerd. De bij genoemde circulaire gevoegde inpassingstabellen zijn afgestemd op de Rijksbedragen en kunnen mitsdien door de ge- meenten, die de Rijkssalarisreeks gebruiken, zonder meer gehan- teerd worden. Enkele voorbeelden van een dienovereenkomstige salarisop- bouw voor gemeenten van diverse grootte heeft de Minister als bijlagen bij zijn circulaire gevoegd. Hieruit blijkt, dat de extra-voorziening voor de laagst be zoldigden niet zonder meer bestaat in toekenning van een extra periodieke verhoging, maar gepaard gaat met een zekere systema- tisering. Uit deze salarisopbouw hebben wij voor onze gemeente de nieuwe salarissen afgeleid, daarbij het door de Minister aanbevolen schéma zoveel mogelijk tôt richtsnoer nemende. Een en ander is tôt uitdrukking gebracht in de hierbijgaande ontwerpen van bijlagen A, B, C en D, behorende bij de hier even- eens in ontwerp bijgaande nieuwe Bezoldigingsverordening 1960. Aangezien de Bezoldigingsverordening 1955 reeds meerdere ma- len gewijzigd is en in verband met bovenstaande salarismaatre— gelen opnieuw moest worden herzien, werd het voor de overzich- telijkheid wensstLijk geacht, een geheel nieuwe verordening vast te stellen, waarin aile tôt dusverre plaats gehad hebbende wij- zigingen zijn verwerkt. Alvorens hieromtrent met een voorstel bij Uw vergadering te komen, hebben wij de ontwerpen voorgelegd aan de commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken in deze gemeente. Deze commissie kon zich over het algemeen wel met ons voor stel verenigen, doch zag alsnog gaarne, dat bij de vaststelling met de navolgende in de commissie naar voren gekomen suggesties, rekening werd gehouden. 1Het wilde de commissie voorkomen, dat de verouderde benaming "Vader in het Tehuis voor Ouden van Dagen" niet meer paste bij het bejaardencentrum "Pyter Jurjenshôf Zij zag deze titel gaarne veranderd in "Hoofd van het bejaar- dencentrum" De titel van "gemeente-architect" ware te veranderen in "directeur van gemeentewerken"zoals in meerdere soortge- lijke gemeenten de laatste jaren reeds is geschied. De B achter commies en adjunct-commies kan naar het oordeel van de commissie gevoegelijk vervallen. Bij het Rijk kent men ook geen B-rangen. "4" Bijlage nr. 13 notulen Raad 22Sep60| 2. 3.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1960 | | pagina 79