- 5 -
Artikel 14
Voor het van gemeentewege verstrekte genot van woning, vuur,
licht, water en kost wordt op de bezoldiging een korting
toegepast, overeenkomstig de voor de Rijksambtenaren geldende
normen en regelen.
Artikel 15
1Met inachtneming van het bepaalde in de hierna volgende
leden heeft de ambtenaar die in het bezit is van een of
meer der na te noemen akten en diploma's deswege aanspraak
op een voor iedere akte en voor ieder diploma hierna te
noemen vaste toelage:
f 192,- per jaar excl.comp.A.O.W.
192,-
Gemeente-administratie I
Gemeente-administratie II
Gemeente-financiën
Staatsinrichting M.O.
Bevolkingsboekhouding
Archiefverzorging
Maatschappelijk werker
192,-
192,-
96,-
96-
144,-
2. De toekenning van een toelage voor het bezit van een
vereist vakdiploma en de z.g. kleine diploma's blijft
achterwege voor de ambtenaar in een rang waarvan het
maximum salaris overeenkomt met dat van een adjunct-commies
A of een hogere rang voorkomende op de bijlage A be-
horende bij deze verordening
3. Bij het bezit van meer dan één diploma van dezelfde soort
wordt slechts de toelage genoten voor het hoogst ge-
waardeerde diploma.
4. Uit hoofde van het bezit van akten en diploma's wordt aan
de ambtenaar in totaal niet meer dan f 384,per jaar
(excl.comp.A.O.W.toegekend.
5. Het salaris van een ambtenaar in een rang, waarvan het
maximum salaris overeenkomt met dat van een adjunct-
commies A voorkomende op bijlage A of een hogere rang,
die niet in het bezit is van het vereiste vakdiploma,
wordt verminderd met het bedrag, dat in het eerste lid
van dit artikel achter het desbetreffende diploma is ver-
meld
Artikel 16
De ambtenaar, aan wie de verplichting wordt opgelegd zijn
rijwiel ter beschikking van de dienst te stellen, ontvangt
deswege een tijdelijke toelage per jaar, die telkens bij de
vaststelling van de gemeentebegroting wordt bepaald.
Artikel 17
1. Indien het loon van een jeugdig ambtenaar minder bedraagt
dan het voor hem krachtens het volgende lid bepaalde
grensbedrag, en hij, naar het oordeel van burgemeester en
wethouders, niet kan inwonen bij het gezin waartoe hij
behoort, kunnen burgemeester en wethouders bepalen, dat
aan hem, bij wijze van tijdelijke maatregel, een tijde-
lijke pensiontoelage wordt verleend, waarvan het bedrag
ten hoogste gelijk zal mogen zijn aan het verschil tussen
het voor hem bepaalde grensbedrag en zijn loon.