- 8 - De heer Kalma heeft de voorgeschiedenis niet meegemaakt en weet dus niet wat destijds inzake deze materie is behandeld. De Voorzitter zegt, dat een jaar of vier geleden door een raadslid is gevraagd of het mogelijk was voor waterschapswegen aan wegbelasting, die door de gemeente wordt geheven, te ontko- men en eigendommen, die uitgang hebben op waterschapswegen dus vrij te laten. Het hiernaar ingestelde onderzoek heeft een ne- gatief resultaat opgeleverd. Waar moet het geld vandaan komen, vraagt spreker,als het ons van regeringswege gekort wordt. De heer Kalma is van mening, dat het probleem gemakkelijker lag als de gemeente de wegen overnam. De Voorzitter"Misschien wel, maar daar zitten weer andere zaken aan vast, zoals de huurwaarde volgens de personele belas- ting voor veraf gelegen panden." V/ethouder Zondervan zegt, dat de kwestie een paar jaar gele den in de 2e Kamer der Staten-Generaal ter sprake is geweest. De Minister heeft toen naar voren gebracht, dat de ligging van be- paalde percelen en de lasten, die er op drukken, verdisconteerd zijn in de waarde van de grond. Daarom is een poging, om de aan waterschapswegen gelegen landerijen uit te sluiten van de hef- fing van een gemeentelijke wegbelasting, toen afgesprongen. De heer Tolsma voelt wel voor de redenering van de heren de Swart c.s. omdat particulieren gebruik maken van de wegen. Ze zijn eerder te algemenen nutte dan dat zij bepaalde water- schapsbelangen dienen. De Voorzitter herinnert er aan, dat vroeger de vraag wel eens ter sprake is gekomen of aan de waterschappen geen subsidie ge- géven kan worden in de kosten van onderhoud van de wegen. Spre- ker weet niet of het op de weg van het gemeentebestuur ligt het in die richting te sturen. Het is vroeger ter tafel geweest en voor zover spreker zich herinnert is toen wel gebleken, dat er geen lijn in zat wat terzake in andere gemeenten werd gedaan. De heer Kalma vraagt of Burgemeester en Wethouders niet voor- lopig hun voorstel kunnen terugnemen en onderwijl een onderzoek kunnen instellen of subsidiering mogelijk is en zo ja, in welke vorm en tôt welke hoogte. De Voorzitter is van mening, dat onafhankelijk van een even- tueel onderzoek de gemeente de hogere wegbelasting niet kan ont- beren, omdat zij daarnaast anders ook nog een gedeelte van de rijksuitkering verspeelt. Hij beveelt daarom aanneming van het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan. De heer Soepboer zou toch wel voor uitstel voelen, hoewel hij ervan overtuigd is, dat aan een hogere heffing niet is te ont- komen. De Voorzitter kan zich indenken, dat er van de zijde van de ingelanden van waterschappen wel bezwaren zullen rijzen, maar de gemeente staat hier voor een ernstige consequentie Spreker brengt het voorstel van Burgemeester en Wethouders in stemming, dat wordt aangenomen met 7 tegen 4 stemmen. Voor stemden mevr. Stolte en de heren van der Ploeg, B.R. Dijkstra, Zondervan, P.Th. Dijkstra, Poepjes en Tolsma; tegen waren mevr. Bijlsma en de heren Kalma, de Swart en Soepboer.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1960 | | pagina 15