-f.851.2A 02 r.otulen Raad:1 r.otulen Raad :18Nov60 1 H u i z u m, 5 November 1960. Onderwerp: Instandhouden o.l. echool voor gewoon onderwijs. Ingevolge artikel 22bis der Lager Onderwijswet 1920 besluit de gemeenteraad tôt opheffing ener openbare lagere school voor gewoon onderwijs in een gemeente met minder dan 25000 zielen, indien de school een aantal leerlingen telt, berekend naar de maatstaf van artikel 28 dier wet, van minder dan 50. Deze bepaling is evenwel niet van toepassing, in dien ingevolge artikel 19, eerste lid, dier wet de instandhouding van die school wordt gevorderd. Genoemd artikel 19» eerste lid, luidt als volgt: "In elke gemeente wordt voldoend lager onderwijs ge- geven in een genoegzaam aantal scholen, welke voor aile kinderen zonder onderscheid van godsdienstige gezindheid toegankelijk zijn"terwijl het tweede lid daaraan toevoegt, dat afwijking van deze bepaling niet kan worden toegelaten, indien de ouders, voogden of verzorgers van twaalf of meer leerplichtige kinderen blijk geven, dat zij openbaar onderwijs voor deze kinderen in de gemeente verlangen of, zolang nog acht of meer leerplichtige kinderen de bestaande openbare school bezoeken. V66r 1 Februari a.s. moet de gemeenteraad be- slissen of het geval, bedoeld in het eerste lid van artikel 19 zich voordoet. Het desbetreffende besluit is onderworpen aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten en indien dit collège door het verlenen van goedkeuring heeft beslist, dat een school in stand moet worden gehouden, dan geldt de plicht tôt opheffing gedurende een termijn van drie jaren niet. Deze drie-jarige termijn is op 1 Januari 1961 afgelopen ten aanzien van de openbare lagere school te Britsum. Bij raadsbesluit van 15 Novem- ber 1957, goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten d.d. 9 December d.a.v., no. 45» werd de instandhouding van deze school laatstelijk nodig geoordeeld en, aangezien de omstandigheden, die tôt dat besluit geleid hebben, sindsdien niet zijn veranderd, dient U zich hierover opnieuw uit te spreken. De openbare lagere school te Britsum werd m 1960 bezocht door een aantal leerlingen, dat naar de maat staf van artikel 28 der Lager Onderwijswet 1920 ge- steld moet worden op 43 2/3. Deze leerlingen komen uit een tamelijk uitgestrekte omgeving. Bij opheffing van de school te Britsum zouden die leerlingen grotendeels naar de openbare lagere school te Stiens en anderdeels naar die te Jelsum moeten worden gezonden, hetgeen voor de betrokkenen grote bezwaren zou medebrengen. Het leerlingental van de openbare lagere school te Britsum heeft in de laatste 5 jaren bedragenj in 1956 43 1/3, in 1957 48 2/3, in 1958 47, m 1959 43 en in 1960 43 2/3. AAN rle Raad r aae nr.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1960 | | pagina 25