-1.8532 Onderwerp: Kosten Provinciale Priese Schoonheidscommissie H u i z u m, 24 October 1960, 19 Raad:18Nov60 3v60 j De beoordeling van de plannen, betrekking heb- bende op de bouw en verbouw van woningen en andere panden in de gemeente door de provinciale Priese Schoonheidscommissie geschiedt tegen een door de Gedeputeerde Staten bij besluit van 20 October 1958, no. 18, 1e afdeling, goedgekeurd tarief luidende als volgt: "f 1.- per f 1000.- der naar boven tôt een duizendtal afge- "ronde bouwsom met een minimum van f 2.- en een maximum van "f 100.-." Deze kosten komen voor rekening van de gemeente als de plannen door ons ter beoordeling worden ingezonden. Aangenomen mag worden, dat een deel van deze kosten wordt goedgemaakt door de heffing van leges krachtens de bestaande legesverordening. Het bedrag van de leges is eveneens afhan- kelijk van de bouwkosten. Artikel 2, sub E, van genoemde ver- ordening bevat te dien aanzien de volgende schaal: "indien de kosten van bouwen, vernieuwen, veranderen of uit- "breiden, de gehele afwerking inbegrepen, waartoe de vergun- "ning wordt verleend, minder dan f 500.- bedragen "indien die kosten 500.- of meer bedragen, doch "minder dan f 1000.- indien die kosten f 1000.- of meer bedragen, doch "minder dan 2000.- indien die kosten f 2000.- of meer bedragen, doch "minder dan f 5000.- indien die kosten f 5000.- of meer bedragen, doch "minder dan 10000.- indien die kosten 10000.- of meer bedragen, doch "minder dan f 20000.- indien die kosten 20000.- of meer bedragen, doch "minder dan f 40000.- "en zo die kosten f 40000.- of meer bedragen f 2.- 4.-- 7,50 15.— 22,50 38.— 50.— 65.—" Nu komt het voor, dat er objecten gebouwd worden waarvan de kosten enige malen het maximum-bedrag van artikel 2, sub E van de legesverordening overtreffen, terwijl het bedrag van de leges tôt 65.- beperkt moet blijven. Wanneer de bouwkosten 65.000.- of minder bedragen worden de kosten van de adviezen wel door de opbrengst van leges ge- dekt; daar boven legt de gemeente er op toe. Verhoging van de leges heeft tôt gevolg, dat voor die wer- ken, waarover geen advies wordt ingewonnen van de Schoonheids commissie, ook een hoger legesbedrag zou moeten worden gehe- ven, wat wij eigenlijk niet verantwoord vinden. Wij hebben gemeend deze zaak aldus te moeten oplossen door het tarief van de leges-verordening gelijk te laten en te be- palen, dat de kosten van de adviezen van de Schoonheidscommis sie aan belanghebbenden worden doorberekend. Wij geven U in overweging ons te machtigen aldus te hande- len en aan Uw besluit verbindende kracht toe te kennen van 1 November 1960 af. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel, Aan de R a a d. De Secretaris, Bijlage nr. notulen

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1960 | | pagina 77