- 7 - De Voorzitter is van oordeel, dat al zou de gemeente als deelneemster ingeschakeld worden toch de Dienst voor Sociale Zaken de instantie zal zijn die het werk moet doen omdat deze daartoe krachtens zijn doelstelling het meest geschikt is. Wethouder Zondervan vindt, dat het knelpunt is, dat ailes zo overhaast beslist moet worden. Wij wisten er allemaal te weinig van, zegt spreker. De heer Tolsma heeft opgemerkt, dat het stichtingsbestuur dan deze goede kracht niet meer kan kiijgen. Spreker vindt het jammer, dat het bestuur niet eerder maatre— gelen genomen heeft. De stichting staat of valt niet met de be- noeming van een maatschappelijk werkster, meent spreker. Maar nu ligt daar de beslissing van de Raad van twee jaar geleden en daarom heeft spreker als wethouder niet geaarzeld het voorstel te ondersteunen. De heer KalTig vraagt wie deel uitmaken van het voorlopig be stuur van de stichting. De Voorzitter noemt de namen Poepjes, Hitman en Àtema. De heer B.R. Di.ikstra vraagt naar de betekenis van artikel 7. De Voorzitter antwoordt, dat deze bepaling verband houdt met de Wet op de Stichtingen. Y/ethouder Di.ikstra deelt mede, dat in de laatst gehouden ver- gadering de suggestie gedaan is twee plaatsen beschikbaar te stellen. Pas als de stichting gaat werken, is het nodig, dat er een bestuur is. Spreker ziet niet in dat deze niet later aange- wezen kunnen worden. Mevrouw Bijlsma lijkt het gemakkelijk, dat er een paar be- stuursleden zijn. De heer B.R. Di.ikstra merkt op, dat de akte niet eerder ge- passeerd kan worden dan nadat het bestuur volledig is. Spreker vraagt: wij zijn het er dus over eens, dat de maatschappelijk werkster er komt. Dan is het verder nog een zaak van organisato- rische aard of de gemeente dan wel de gemeentelijke dienst vooi Sociale Zaken in de stichting deelneemt. De heer Tolsma vindt, dat op grond van zijn werkzaamheid de dienst voor Sociale Zaken de meest geeigende organisatie is. Na nog enige discussie blijkt, dat men het daar in t alge- meen wel over eens te zijn, waarna de Voorzitter het voorstel doet, dat de Raad de zaak verwijst naar de Dienst voor Sociale Zaken. Hiertegen wordt door geen der leden bezwaren mgebracht waarna het voorstel van Burgemeester en Wethouders zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen. De heer Soeoboer is inmiddels ter vergadering verschenen. 10. Bespreking omtrent de bouw van een openbare lagere school te Cornjum. De Voorzitter deelt mede, dat telefonisch van de Bouwkundig Hoofdinspecteur de mededeliug is ontvangen, dat de tekeningen thans door deze instantie zijn goedgekeurdHet vervolg is dat de dienst van gemeentewerken met de nodige spoed de gespecifi- ceerde begroting, bestekstekeningen en het bestek zijn gaan klaarmaken, die naar spreker mag verwachten tegen eind Januan door de Bouwkundige ioofdinspectie kunnen zijn goedgekeurd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1960 | | pagina 13