-1.778.532.1
Bijlage nr. 14
notulen Raadi 1 6Mrt6l|
De Raad der gemeente LEEUWARDERADEEL
G-ezien het verzoek van het bestuur van de Woningstichting
"Leeuwarden-Leeuwarderadeel"gevestigd te Leeuwarden d.d.
15 Augustus i960, "bij koninklijk besluit van 10_Maart 1914,
no. 17, toegelaten als instelling, uitsluitend in het be-
lang van de verbetering der volkshuisvesting werkzaam, om:
a. voorschotten uit de gemeentekas voor de bouw van twee
woningwetwoningen te Britsum;
b, bijdragen in de ongedekte jaarlijkse kosten, voort-
spruitende uit de exploitatie van deze woningen;
Mede gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van heden;
Overwegende, dat aan woningen, als genoemde instelling
zich voorstelt te bouwen, in de gemeente inderdaad grote
behoefte bestaat en dat binnen afzienbare tijd niet is te
verwachten, dat van particulière zdjde in deze behoefte
zal worâen voorzien, "terwiji uitvoeririg van het bouwplan
binnen het kader van het aan de gemeente toegewezen woning-
contingent mogelijk is
Gelet op de artikelen 52 en 56 van de Woningwet, op het
Woningbesluit en op de Beschikking bijdragen woningwetbouw
1950;
B e s 1 u i t
A. Onder voorbehoud van toezegging van de door de gemeente
van het Rijk te vragen geldelijke steun:
I. Aan bovenvermelde instelling tegen een rente, die de
gemeente voor het onderhavige doel aan het Rijk moet be-
talen, welke rente voorshands Per Daar bedraagt, een
tweetal voorschotten uit de gemeentekas te verstrekken
voor de financiering van de stichting van twee woningwet
woningen te Britsum, te weten:
1e. een grondvoorschot van ten hoogste vier duizend eén
honderd gulden (f 4.100,
2e. voor de bouw van bovenbedoelde woningen een bouwvoor-
schot van ten hoogste acht en twintig duizend gulden
(f 28.000
zulks onder de volgende voorwaarden:
a. voor rente en aflossing van het grondvoorschot en het
bouwvoorschotmoeten door de instelling aan de gemeente
iaarlijks gedurende 75 respectievelijk 50 jaren annuiteiten
worden voldaan, groot 4,223$ respectievelijk 4,656$ van de
werkelijk verleende voorschotten, hiervoor genoemd onder
I, sub 1e en 2e;
