- 5 - Mevrouw Bi.jlsma vraagt of in het Evangelisatielokaal te Jel- sum twee klassen ondergebracht zullen worden. Zij kan zich niet voorstellen, dat de kerkvoogden van Cornjum afwijzend zouden staan tegenover het gebruik van de kerk aldaar. De heer Poep.ies merkt op, dat men zich thans beroept op een schrijven van de Staatssecretaris van Oorlog, maar spreker stelt vast, dat de Raad de verantwoordelijkheid draagt en niet de Staat De Voorzitter vindt, dat nu de zienswijze van de hoogste militaire instantie anders blijkt te zijn dan die, welke spre ker inder.tijd van de plaatselijke commandant hoorde, het ge- meentebestuur daar wel rekening mee mag houden. De heer Poen.ies meent, dat men toch niet zonder meer aile waarde moet hechten aan technische rapporten. De heer Kalma vraagt of het in aanbouw zijnde verenigings- gebouw te Britsum niet gebruikt kan worden. De heer Soepboer beantwoordt deze vraag van de heer Kalma, waarbij hij memoreert, dat in het betoog van de Voorzitter naar voren gebracht is de leerlingen naar Stiens te zenden, als er bezwaren zouden bestaan bij de kerkvoogden van Cornjum. Het pro- bleem is al drie maanden actueel. Men moet nu niet te gauw zeg- gen, dat dit of dat niet kan. In Stiens zal men dat ook wel enigszins als een last hebben ondervonden, dat de klassen op verschillende plaatsen ondergebracht zijn. Van de ouders wil men de verantwoordelijkheid nu afschuiven op de Raad. In zekere zin is de Raad verantwoordelijk, maar spreker begrijpt niet, dat er van de zijde van de kerkbesturen niet spontaan medewer- king is aangeboden. De Voorzitter zegt, dat dit niet helemaal juist is; het heeft misschien aan hem gelegen, dat hij dit punt niet duide- lijk genoeg belicht heeft. De heer Soepboer vermaant de Voorzitter niet te veel schulr1 op zich te nemen. De zaak loopt al van Januari af. Het heeft spreker getroffen, dat nu gesuggereerd wordt of eigenlijk ge- decreteerd: jullie moeten beslissen wat wij willen en anders houden wij de kinderen thuis. De Voorzitter: "De Raad mag zich niet laten decreteren en zal dat evenmin doen"De Raad zal zich niet moeten laten bein- vloeden door dreigementen. Hij zal het besluit moeten nemen, dat in de gegeven omstandigheden het beste is. De heer B.R. Di.jkstra zou het zo willen stellen: het gemeen- tebestuur vrage de medewerking van de oudercommissieDe ouders moeten doen wat in hun vermogen is om de kinderen tijdelijk onder te brengen. De Voorzitter wijst er op, dat de oudercommissie dit zo ook voorstelt. De kinderen moeten niet over een poos er uit, maar nu dadelijk. Daarom willen Burgemeester en Wethouders ook pro- beren tôt 1 Juni a.s. de leerlingen in tijdelijke lokalen te buisvesten en daarna in een te bouwen noodschool. Spreker vraav* of de Raad accoord gaat met dit voorstel van Burgemeester en Wethouders en de nodige gelden wil voteren om een en ander te bekostigen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1961 | | pagina 9