- 5 - De heer Kalma informeert of de koper niet aan zijn bod ge- bonden is. De Voorzitter is van oordeel, dat zulks feitelijk wel het geval is. Achteraf blijkt, dat er wel vraag naar dit terrein is, zodat de gemeente er niet mee blijft zitten, maar overigens is spreker van oordeel, dat het anders niet zo hoort. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarna zon- der hoofdelijke stemming aangenomen. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt intrekking van het raadsbesluit van 16 Maart j.l. inzake de verkoop van bouw- terrein aan S.T. Roorda te Britsum. Dit voorstel is van de volgende inhoud (bijlage 2) De heer Tolsma vestigt er de aandacht op, dat in de brief van Roorda andere prijzen worden genoemd dan door de Raad zijn ge- steld. Wat is daarvan de reden, vraagt spreker. De Voorzitter is niet bij de besprekingen aanwezig geweest, maar hij kan zich niet voorstellen, dat de Directeur van ge- meentewerken de prijs van de grond zou bepalen. Het vaststellen van de grondprijs behoort tôt de competentie van de Raad. In de vergadering van Burgemeester en Wethouderswaarbij de gemeente- architect aanwezig was, is een bedrag genoemd van 5-- per m wat hunnerzijds dan ook aan de Raad is voorgesteld. Dit is de grond op die plaats, volgens sprekers mening, ook wel waard. Door adressant wordt een verkeerde voorstelling van zaken gege- ven in zijn brief als hij spreekt van een hoger kostenbedrag van f 2500.--. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierna zon- der hoofdelijke stemming aangenomen. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt verhuur van de woning Britsum 80 aan R. van der Meulen. Dit voorstel luidt aldus: (bijlage 3). De heer Kalma vindt de oplossing van het probleem weinig fraai. Er gaat op deze manier een woning verloren en daarmede is, naar sprekers gevoelen, niet voldoende rekening mee gehouden. De Voorzitter merkt op, dat er aanvankelijk wel over gedacht is de woningen te verbouwen. Aan de Directeur van gemeentewerken is hiervan prijsopgaaf gevraagd. Volgens een globale raming zou dit ongeveer op f 4500.- per woning komen. Daarmede was dan ook nog maar een provisorische oplossing verkregen. Uiteindelijk leek het t gemeentebestuur t beste de gehele woning aan Van der Meulen toe te wijzen. Dit was voor de gemeente ook nog de goedkoopste oplossing. Wèl derft de gemeente f 122.huur, maar de kosten van verandering lagen te hoog. Het is ook moeilijk het gezin naar een ander deel van het dorp over te plaatsen. De heer Kalma is van mening, dat» er toch wel een plan van ge- maakt had kunnen worden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1961 | | pagina 9