- 7 -
Dit voorstel luidt alsvolgt (bijlage no. 10).
De heer Poep.ies vraagt of in plaats van een geiser niet een
boiler wordt bedoeld, daar Cornjum. niet aan het aardgasnet wordt
aangesloten.
De Voorzitter zegt, dat in het verzoek inderdaad geisers wor-
den aangevraagd. Hij zal dit onder de aandacht van het bestuur
van de Woningstichting brengen, aangezien het hem ook bevreemdt.
In de volgende vergadering zal hij hiervan aan de Raad mededeling
doen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarna zon-
der hoofdelijke stemming aangenomen en vastgesteld wordt het be-
sluit, dat als bijlage no. 11 aan deze notulen is gehecht.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt het opnemen van
een terugbetalingsclausule in de studietoelageverordening.
Dit voorstel is van de volgende inhoud (bijlage 12).
De heer Soepboer opent de discussie over dit punt door op te
merken, dat hij in 1958, toen de onderhavige studietoelageveror
dening tôt stand kwam, nog geen deel uitmaakte van de Raad.
De Raad heeft toen geen terugbetalingsclausule opgenomen. En
wat de Raad toen doelbewust aan de ambtenaren heeft toegezegd,
mag nu niet zonder meer weer ongedaan worden gemaakt.
Eenmaal toegezegd, blijft toegezegd, aldus spreker. Iets anders
is het, wanneer er zich gewijzigde omstandigheden voordoen en het
nieuwe ambtenaren betreft, dan heeft hij er geen bezwaar tegen,
dat de verordening op de helling komt.
De Voorzitter zegt, dat dit op het ogenblik geen roi speelt.
Zulke personen, als door de heer Soepboer bedoeld, zijn er momen-
teel niet. Niemand krijgt thans een uitkering ingevolge de ver
ordening, zodat verkregen rechten niet worden aangetast en dus
geen verhaal zal plaats vinden, waar dit voorheen niet geschieddo.
De heer Soepboer vindt echter het jaar van totstandkoming van
de verordening - 1958 - nog te kort geleden, om er nu al wijzi-
ging in te brengen. Hij kan zich daarmee niet verenigen. Vel kan
hij meegaan met een wijziging, wat betreft de ambtenaren stude-
rende aan de Fryske Akademy. Dat is iets nieuws en dat was in
1958 niet te voorzien.
De heer Poep.ies is dezelfde mening toegedaan als de heer Soep
boer. Hij heeft aan diens betoog dan ook niets meer toe te voegen.
Het geeft het oordeel van de commissie voor georganiseerd overleg
in ambtenarenzaken, zoals dat in haar laatste vergadering tôt
uitdrukking is gekomen, juist weer.
De heer Tolsma kan het hiermee niet eens zijn. Hij staat vol-
ledig achter het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
In 1958 is deze regeling ingevoerd, mede om een bepaald ambte-
naar, die studeerde, daarvan te kunnen laten profiteren. Niet
zodra had deze ambtenaar, met toelagen van de gemeente, zijn stu-
die voltooid, of hij is gaan solliciteren en naar elders vertrok-
ken.
Zodoende worden de kleine gemeenten altijdL de dupe. Men kan het
de ambtenaren niet kwalijk nemen, dat zij na het behalen van het
diploma naar een grotere gemeente gaan solliciteren.
Bij de gezinsverzorging geldt ook een termijn van 2 jaren, dat
ze moeten blijven werken. Spreker vindt dit billijk. Anders zijn
ze na het behalen van het diploma zo weer weg. De terugbetalings
clausule ziet spreker als een rem op het al te gauw weer vertrek-
ken.