-2.07.53 H u i z u m, 6 Januari 1962.
Onderwerp:
Jaarwedderegeling Secretarissen
en Ontvangers.
Op 12 December j.l. werd van Gedeputeerde
Staten een circulaire ontvangen, geleidende ontwerp-besluiten
tôt herziening van de jaarwedderegeling voor de Secretarissen
en de Ontvangers in de provincie Friesland per 1 Januari 1959
en 1 April 1960.
Ingevolge het bepaalde in de artikelen 111 en 114 van de
gemeentewet dienen de gemeenteraden hierover te worden gehoord.
Uit de bij de ontwerp-besluiten behorende salarisschalen is
ons gebleken, dat de onderhavige herziening niets meer omvat
dan de incorporatie in de wedden van de algemene loonronden
vc.n 6 fo en 5 salarisverhoging per 1 Januari 1959 en 1 April
1960, welke maatregelen voor het overige gemeentepersoneel
reeds geruime tijd geleden hun beslag hebben gekregen.
De reden waarom deze aangelegenheid voor de Secretarissen
en Ontvangers zo lang op zich heeft laten wachten, is gelegen
in de omstandigheid, dat de ambtenarenorganisaties van mening
zijn, dat deze jaarwedden te laag liggen, zodat zij er bij de
Minister van Binnenlandse Zaken bij voortduring op hebben aan-
gedrongen om tôt een herwaardering van deze functies te komen.
De minister heeft thans toegezegd, dat de ambtenarenorgani
saties in de Rijkscommissie voor georganiseerd overleg hun
wensen en verlangens te berde mogen brengen - voorheen bestond
deze mogelijkheid vanwege de voor deze functionarissen in de
gemeentewet geregelde aparté status niet - waarna de bewindsman
zich hieromtrent nader zal beraden.
De grieven van de ambtenarenorganisaties houden voornamelijk
in, het steeds groter wordende verschil tussen de jaarwedde van
de burgemeester en de secretaris.
«vas het voor de oorlog zo, dat het verschil tussen deze
beide jaarwedden maar een paar honderd gulden bedroeg, door de
o.i. terecht drastische verhogingen van de jaarwedde van de
burgemeester, in de naoorlogse jaren is de verhouding helemaal
zoek geraakt.
Een voorbeeld moge dit verduidelijken. De maximale jaarwedde
van de burgemeester in een gemeente als de onze van 5000-6000
inwoners bedroeg in 1939 f 3900.- en van de secretaris f 3700.-
Per 1 Januari 1959 bedroeg de jaarwedde van de burgemeester
in deze gemeente f 11736.- en zal de jaarwedde van de secreta
ris, volgens het onderhavige ontwerp-besluit f 10062.- bedragen
Per 1 April 1960 zijn de cijfers resp. voor de burgemeester
f 12564.- en voor de secretaris f 10860.-.
Bovendien geniet de burgemeester nog een belastingyvrije
ambtstoelage van f 1320.- per jaar.
Wij zijn met de ambtenarenorganisaties van oordeel, dat een
dergelijk groot verschil, gezien in het licht van de werkzaam-
heden aan beide ambten verbonden, niet gemotiveerd is.
A a n