- 7 -
Zonder verdere bespreking en zonder stemming verenigt
de Raad zich met het schrijven van Burgemeester en Wethouders
en besluit de conclusie hiervan ter kennis van de Gedepu-
teerde Staten te brengen.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt intrekking
van het raadsbesluit van 23 Juni 1961, waarbij het uitbrei-
dingsplan van Stiens gedeeltelijk werd gewijzigd.
Burgemeester en Wethouders schrijven de Raad terzake het
volgende: (zie bijlage 11).
Mevrouw Bi,jlsma vraagt, wanneer het aardgasstation er nu
komt en wanneer met de levering van aardgas een aanvang
kan worden gemaakt.
De Voorzitter denkt, dat als de winter er niet in geval-
len waser a"l een begin mee gemaakt zou zijn, hoewel er
bij de Rijksdienst voor de gasvoorziening bezwaren zijn
gerezen ten aanzien van het plaatsen van de apparatuur in
vaker genoemde kasten, omdat ergens brand is ontstaan.
Onderzocht wordt nu, hoe dit kan worden voorkomen. Maar met
betrekking tôt het onderhavige agendapunt kan de Voorzitter
nog mededelen, dat de Provinciale Planologische Dienst fel
gekant is tegen de voorgenomen wijzigingen van het uitbrei-
dingsplan. Bien wil een gebouw daar ter plaatse perse niet.
De heer B.R. Dijkstra vraagt of de bedenkingen van de
PlanologiscKe Dienst oolc bekend zijn.
De Voorzitter wijst er op, dat de desbetreffende ^rief
bij de stukken tLag. Spreker leest de inhoud van die brief
voor, in de veronderstellingdat meerdere leden er geen
kennis van hebben genomen.
Zonder verdere bespreking verenigt de Raad zich met het
gedane voorstel en trekt zijn besluit van 23 Juni 1961 in-
zake deze aangelegenheid hiermede in.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt vaststel-
ling van een nieuwe regeling voor het verlenen van bijdragen
voor z.g.n. onrendabele aansluitingen aan het electriciteits-
net
Dit voorstel luidt aldus (bijlage 12).
De heer Kalma informeert hoe het nu zit met die percelen,
waarvan de kosten boven de 13.000,liggen. krijgen deze
naar rato een hogere bijdrage uit het provinciale fonds?
De Voorzitter deelt mede, dat het net andersom ligt.
Het is~nu zo, dat al diegenen, die liggen in het gebied,
dat erg duur is, gelijk behandeld worden.
Al zijn de kosten hoger, dan zullen zij toch maar aan-
geslagen worden naar f 6300,kosten, Twee/negende van
f 6300,— is f 1400,
De heer Soepboer vraagt of het niet mogelijk is deze
laatsten nog êen extra steuntje te geven.
De Voorzitter vindt, dat dit niet billijk zou zijn
tegenover "degenen, die reeds vroeger hun offer gebracht
hebben voor aansluiting van hun percelen.
De heer Soepboer wijst er op, dat het P.E.B. het nu
toch ook doet