Veralag van de Commissie van Rapporteurs van het onderzoek
der begroting van de G-emeentelijke Dienst voor Sociale Zaken
afdeling Maatschappelijke Zorg,voor het dienstjaar 1962.
Inkomsten.
Volgno. 11. Terugontvangst uitgekeerde ondersteuning.
Een lid van de 2e Sectie stelde de vraag wat de uitdrukking:
"ook de inkomens van deze personen" in de memorie van toelich-
ting op deze begrotingspost betekent.
De commissie van Rapporteurs geeft deze vraag aan Burgemees-
ter en Wethouders door, hoewel zij de verschillende posten wel
verklaarbaar vindt.
Antwoord van Burgemeester en V/ethouders? Met "ook de in-
komsten van deze personen" worden bedoeld de uitkeringen in-
gevolgde de Algemene Ouderdomswet en Invaliditeitswetzomede
de bedrijfspensioenen, lijfrenten en andere inkomsten die wor
den genoten door degenen die in het tehuis zijn opgenomen en
het pensiongeld niet uit eigen middelen kunnen betalen. Deze
inkomsten worden krachtens machtiging rechtstreeks door de
dienst ontvangen. Daar in deze gevallen de pensiongelden door
de dienst worden betaald ontstaat een reële exploitatie-
uitkomst voor het tehuis.
Volgno. 54. Onderhoud van bezittingen.
Een lid van de 3© Sectie stelde de vraag of het ook over-
weging verdient de hiervoor in aanmerking komende woningen zo-
danig te verbeteren dat de premie-regeling woningverbetering
er op van toepassing wordt.
De steller van deze vraag beoogde hiermede de woningen
voor de toekomst als een waardevol object van de Dienst te
behouden,
Het moet niet zo worden, aldus spreker dat het bezit van
deze woningen als een last wordt gevoeld, wat ten aanzien van
oude woningen maar al te vaak het geval dreigt te worden.
De commissie van Rapporteurs verzoekt het bestuur van de
Dienst te doen onderzoeken of verbetering van bedoelde wo
ningen met toepassing van de premie-regeling mogelijk en ver-
antwoord is.
Antwoord van Burgemeester en Wethouders: Het feit dat in
de toelichting staat vermeld dat de raming van f 2600,-- ver-
band houdt met de voorgenomen verbetering van de woningen te
Britsum, weerlegt de conclusie als zou het bestuur van de
dienst geacht kunnen worden ertoe in staat te zijn, het bezit
van oude woningen als een last te beschouwen.
In het bedrag van f 2600,is f 1500, begrepen be-
stemd voor rente en afschrijving op de verbeteringskosten
die in elk geval over tien jaren moeten worden verdeeld.
Betwijfeld moet worden of ondanks uit te voeren verbete—
ringen het huizenbezit van de dienst ooit als waardevol zal
kunnen worden beschouwd, althans indien dit uit financieel
oogpunt wordt bezien. Overigens bestaat zeker de mogelijkheid
een Rijksbijdrage van maximaal f 1000,per woning te ont
vangen op grond van de Premieregeling woningverbetering en
splitsing 1953.
Daar tôt dusver geen begroting van kosten van gemeentewer-
ken werd ontvangen, kan nu nog geen konkreet antwoord worden
gegeven op de vraag of verbetering met toepassing van meerge—
noemde regeling verantwoord is.