-6-
Het worât zonder bespreking aangenomen,
Vastgesteld wordt het navolgende besluit (bijlage 5).
10. Schrijven van de Gedeputeerde Staten omtrent de autover-
goeding aan de Burgemeestermet voorstel van Burgemeester en
Wethouders
Burgemeester en Wethouders schrijven de Raad het volgende
(zie bijlage 6).
Zonder bespreking verenigt de Raad zich met het door Bur
gemeester en Wethouders gedane voorstel om de Gedeputeerde
Staten te berichten, dat de Raad zich onder de gegeven om-
standigheden met de doo^dat collège ontworpen regeling kan
verenigen.
11. Verzoek van R. Westra te Stiens om een bijdrage uit de
gemeentekas in de kosten van schoolbezoek.
Burgemeester en Wethouders zenden de Raad dit verzoek toe
met het navolgende schrijven (bijlage 7).
De heer Soepboer verklaart persoonlijk. achter het voor
stel van Burgeme'ester en Wethouders te staan en kan deze ver-
klaring ook namens zijn fractie afleggen. Spreker vraagt even
wel, nu de betrokken leerling een zeven min heeft gehaald,
of men ook een jongen wil helpen, die niet hoger dan 6-1 is
kunnen komen. Zeker kan zo'n jongen met 6-1 over de gehele
linie slagen, maar bij het toekennen van een studiebijdrage
kan het een precedent scheppen. Hebben Burgemeester en Wethou
ders zich dit voldoende gerealiseerdvraagt spreker, toen zij
het onderhavige voorstel deden ten aanzien van een leerling,
die niet hoger dan 7- gewaardeerd werdDeze jongen zal nu
naar de H.B.S. Er zijn evenwel ook talloze leerlingen, die
naar landbouwscholen gaan. Vaak krijgen deze in het geheel
niets vergoed. Dikwijls komen hiervan uit minder draagkrach-
tige gezinnen. Hoe staan Burgemeester en Wethouders tegen-
over het verlenen van studietoelagen aan deze leerlingen?
Mevrouw Stolte merkt op, dat het onderhavige voorstel han-
del't ovër TepaaYde personen en vraagt of deze aangelegenheid
niet beter in een zitting met gesloten deuren besproken kan
worden. Meerdere leden voelen hiervoor, zodat de Yoorzitter
de openbare vergadering schorst en de Raad overgaat"in comi
té generaal.
Na heropening van de openbare vergadering pleit de heer
B.R. Dijkstra er voor, dat kinderen, die een landbouwschool
moeYen voïgen, ook financiële bijstand krijgen.
De heer Terpstra vindt eveneens, dat de Raad de mogelijk-
heid moet openen om financieel minder draagkrachtigen, die
wèl de capaciteiten bezitten om een bepaalde studierichting
te volgen, voort te helpen. Ook waar het betreft het land-
bouwonderwijswaar de heer Soepboer op doelde.
Wethouder Boepjes zegt, dat hem dit allemaal het bewijs
levert van de*noodzakelijkheid tôt instelling van een studie-
fonds, waar al jaren lang voor gepleit is.