-6- Ik durf dit zonder enig sentimenteel gedoe te stellen, omdat mij keer op keer tijdens de vele contacten, die ik met de 17 Opsterlandse dorpen heb gehad, weer is gebleken, hoe wââr dit ook vandaag nog is Velen hebben er geen bezwaar tegen, hun arbeid elders te verrichten maar prefereren het wonen en leven in de sfeer van het dorp, waar zij zich thuis voelen en waar zij vinden wat zij nodig hebben. Die behoeften liggen zowel op materieel als op sociaal- cultureel terrein. En het is vooral de taak van de gemeentelijke overheid er zoveel als in haar vermogen ligt voor te zorgen, dat zij kunnen worden vervuld. Ik ben ervan overtuigd, dat er wat dit betreft in Leeuwar- deradeel al heel wat is gedaan en dat het gemeentebestuur een open oog heeft voor het feit, dat er ook in de toekomst met een nimmer aflatende volharding voor moet worden geijverd, om wat dat betreft het maximaal mogelijke tôt stand te brengen. De eenheid, die gemeente heet is, ik zei het reeds, niet zo groot. lang niet groot genoeg om aile problemen, die zich van daag de dag voordoen, alleen het hoofd te bieden. En dat er problemen zijn, laten we ons dat a.u.b. niet ver- helen. Het rapport "Werken en wonen in de kleibouwstreek" windt er b.v. geen doekjes om. Ik geloof, dat het bijzonder belangrijk is, dat dit rapport in opdracht van de gezamenlijke kleibouw- gemeenten is tôt stand gekomen. Niet omdat we nu zo maar ailes wat daarin staat klakkeloos zouden moeten aannemen en overnemen, maar omdat het mij een uitstekend uitgangspunt lijkt voor gesprek, discussie ook, mogelijk, neen hopelijk eveneens voor actie, waar nodig en mo- gelijk gezamenlijk gevoerd. Een dorp is meer dan een verzameling huizen met een kerk en een paar winkels. Een dorp moet zijn een rustpunt in de woelingen van deze tijd, de plaats waapfaen zichzelf kan zijn, waar men niet alleen wonen maar ook leven kan. Dit zal aan vele dorpen in de naaste toekomst grote en ver- gaande eisen stellen. Dit zal betekenen, dat op velerlei terrein in een korte spanne tijds in menig dorp veel zal moeten gebeuren om te komen tôt die situatie, die beantwoordt aan de behoeften van de moderne mens. Ik wil hierop thans niet dieper ingaan, overtuigd als ik ervan ben, dat wij in de komende tijd gelegenheid te over zul- len hebben, om ons in deze en menig andere problematiek te verdiepen. Dat een en ander niet altijd zomaar en zonder te— leurstellingen zal gaan, daarvan ben ik mij ter^volle bewust. Evenzeer ben ik er echter van çvertuigd, dat voor een ge- meentebestuurdat zijn tijd en zijn taak verstaat, een grote is In het bijzonder wel voor de raad, die aan het hoofd der gemeente staat. Ook voor de burgemeesterdie de voorzitter is van de raad, valt op dit terrein veel te doen, evenals voor het collège van burgemeester en wethouders. Met elkaar zullen we moeten beraadslagen over de zaken van onze gemeente, zullen we oplossingen moeten zoeken voor pro blemen, en initiatief en fantasie moeten opbrengen om er voor te zorgen, dat een maximaal haalbaar programma wordt afgewerkt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1962 | | pagina 11