-2.08.741
De Raad der gemeente LBEUNARDERaDEEL
Overwegenaedat door de Regering op korte termijn de tôt—
standkoming zal worden bevorderd van een herziening van het
Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1948, waarin
voor het daarvoor in aanmerking komend rijkspersoneel de ge-
differentieerde verhogingen van de salarissen per 1 Januari
1962, onderscheidenlijk per 1 Januari 1963, 1 Januari 1964 en
1 Januari 1965 zijn opgenomen;
dat blijkens de circulaire van de Minister van Binnenlandse
Zaken van 15 November 1962, hoofdafdeling O.P.Z., afd. Bez.,
Bur. III, nr. A 622/U3300, gericht aan Burgemeester en Wetnou-
ders der gemeenten, een overeenkomstige voorziening ook voor
het daarvoor in aanmerking komend personeel der gemeente kan
worden getroffen, met dien verstande, dat het uit een oogpunt
van doelmatigheid de voorkeur verdient, te volstaan met een
besluit, waarbij Burgemeester en V«ethouders worden gemachtigd
aan belanghebbenden van 1 Januari 1963 a.f, bij wijze van voor-
schothet meerdere aan salaris te doen uitbetalen, waarop elk
van die belanghebbenden aanspraak zou hebben, indien het voor
hen gelaend salaris zou worden herzien op basis van de in ge-
noemde circulaire gegeven richtlijnen en van de bij die circu
laire behorende tabellen;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
17 December 1962;
Besluit
Burgemeester en Wethouders te machtigen, aan het daarvoor in
aanmerking komend gemeentepersoneel van 1 Januari 1963 af, bij
wijze van voorschot, het meerdere aan salaris te doen uitbeta
len, waarop elk lid van dat personeel aanspraak zou hebben,
indien het voor hen geldend salaris zou worden herzien op basis
van de in de circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken
van 15 November 1962, Hoofdafdeling O.P.Z., afd. Bez., Bur.III,
nr. A 622/U3300 gegeven richtlijnen en van de bij die circu
laire behorende tabellen.
Aldus vastgesteld door de Raad der gemeente Leeuwarderadeel
in zijn openbare vergadering van
Voorzitter
Secretaris