-1.75 H u i z u m, 16 April 1963-
Onderwerp:
Politieverordening.
In het huidige artikel 93 van de Verordening, hou-
dende algemene bejjalingen van politie in deze gemeente, is
bepaald, dat het de houder van een lokaliteit waarvoor ver-
gunning of verlof ingevolge de Drankwet is verleend, alsmede
diens vervanger, verboden is tussen 10 uur 's namiddags en
7 uur 's voormiddags die lokaliteit voor het publiek geopend
te hebben.
Krachtens het derde lid van dat artikel is de Burgemeester
bevoegd ontheffing te verlenen van deze bepaling.
De practijk wijst uit, dat een sluiting om tien uur
's avonds aan de vroege kant is, Het aantal verzoeken om ont
heffing neemt gestadig toe. De reden hiervan ligt wel enigs-
zins voor de hand. Niet alleen in de grotere p^aatsen doch
ook op het platteland wijzigen zich de leefgewoonten. De plat-
telandsbevolking pleegt later naar bed te gaan dan eertijds
het geval was.
Het verkeer langs de weg in de avonduren met openbare mid-
delen van vervoer wordt steeds frequenter. De tijden van aan-
komst en vertrek van autobussen zijn belangrijk verschoven ten
opzichte van vroeger. Doordat de sluitingstijden van de café's
de laatste veertig jaren niet veranderd zijn, is er voor de
reizigers, die van de laatste bussen gebruik moeten maken, dik-
wijls geen gelegenheid meer bij <~>ngunstige weersomstandigheden
op een beschutte plek te wachten.
Bij raadsbesluit van 9 Februari 1937 is tussen het eerste
en tweede lid van het toen geldende artikel 94 een alinéa op-
genomen, luidende: "G-edurende de wettelijke vervroeging van
de tijd wordt het in de voorgaande alinéa vervatte verbod ge-
steld tussen 11 uur 's namiddags en 7 uur 's voormiddags.
Zoals U bekend is, werd na de tweede wereldoorlog in ons
land de midden-europese tijd ingevoerd en verviel de z.g.n.
zomertijd waarop de wijziging van 9 Februari 1937 doelde, zo-
dat bovenaangehaalde alinéa zijn betekenis verloor en buiten
toepassing bleef. Deze bepaling kan derhalve thans zonder be-
zwaar worden ingetrokken.
vvij maken van deze gelegenheid gebruik U te wijzen op een
andere naar onze mening verouderde bepaling in de politiever-
ordening.
Bij de totstandkoming van de verordening in 1921 werd de
toenmdlige gemeente van Zaterdagmiddag 12 uur tôt de daarop-
volgende Maandagmorgen 7 uur, alsmede op erkende christelijke
feestdagen en de hieuwjaarsdag "drooggelegd"
Met de handhaving van deze bepaling heeft men het blijkbaar
nooit ernstig genomen want al reeds meer dan 25 jaren wordt
het bewuste artikel op een soepele wijze door de vingers ge-
zien en de laatste jaren heeft de practijk zich hierbij geheel
aangepast. Daardoor is deze bepaling eigenlijk krachteloos ge-
woraen en o.i. is er niet het minste bezwaar tegen dat zij
vervalt
Aan
de R a a d.
