-2.08.741
De Raad der gemeente LBEU'w aRDERADEEL
G-ezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 29
April 1963;
Gelet op het advies van de commissie voor georganiseerd over-
leg in ambtenarenzaken van 17 april 1963;
B e s 1 u i t
vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening tôt regeling van de bezoldiging der ambtenaren in
dienst der gemeente Leeuwarderadeel (Bezoldigingsveroraening
1963).
Artikel 1
Deze verordening verstaat onder:
1e. ambtenaar: hij, die overeenkomstig de bepalingen van het
Algemeen Ambtenarenreglement in openbare dienst der gemeente
is aangesteld in vaste of tijdelijke dienst, met uitzonde-
ring van hem, die behoort tôt:
1het personeel der brandweer,
2. het personeel van het Bejaardentehuis "Pyter Jurjenshôf",
behalve de beheerder van dat Tehuis;
3. het onderwijzend personeel, behalve de vakleerkrachten.
2e. salarishet voor de ambtenaar van 21 jaar of ouder geldende
bedrag van de op zijn ambt betrekking hebbende salarisschaal
zoals dat is vermeld op de bijlagen A en B dezer verordening,
hetzij het in artikel 4, lid 2, bedoelde bedrag;
3e. loon: het met de leeftijd van de ambtenaar overeenkomende
bedrag van de voor hem geldende groep, zoals dat is vermeld
op de bijlagen G of D dezer verordening;
4e. weddehet salaris of het loon, vermeerderd met de vaste
toelagen, bedoeld onder 8e;
5e. bezoldiging: het salaris of het loon, vermeerderd met de
toelagen, bedoeld onder 7e;
6e. salarisanci'énniteitde tijd, die in aanmerking komt voor de
vaststelling van het salaris van een ambtenaar op een hoger
bedrag dan het minimum van de schaal, welke op zijn ambt be
trekking heeft;
7e. toelagen: aile toelagen, waarop ingevolge of krachtens deze
verordening aanspraak bestaat;
8e. vaste toelage: een ingevolge of krachtens deze verordening
verleende toelage, welke in aanmerking komt voor opneming in
de pensioensgrondslag van de ambtenaar.
Artikel 2.
1. Bij de vaststelling van het salaris wordt, behoudens hetgeen
overigens daaromtrent in deze verordening bepaald is, rekening
gehouden met de indeling der ambten, in de bij deze verorde
ning behorende bijlagen A en B aangegeven en met de bij die
indeling vermelde salarisschalen.
2. Bij de vaststelling van het loon wordt, behoudens hetgeen
overigens daaromtrent in deze verordening is bepaald, rekening
gehouden met de daarvoor in aanmerking komende groep, aange
geven in de bij deze verordening behorende bijlagen G en D.