- 4 -
Artikel 12.
1Aan de mannelijke ambtenaar die gehuwd of gehuwd geweest is
en de 21-jarige leeftijd heeft bereikt, wordt een vaste huwe
li jkstoelage toegekend van f 40 •- per maand exclusief de com-
pensatie A0.J-AWV of,indien dit voor de belanghebbende tôt een
gunstiger uitkomst zou leiden, tôt een bedrag, gelijk het
totaal van de eerstvolgende twee periodieke verhogingen welke
voor hem gelden, een en ander met dien verstande, dat de som
van het salaria en de huwelijkstoelage niet mag stijgen boven
het maximum van de voor hem geldende salarisschaal, en dat
door de toekenning van de huwelijkstoelage de wedde nimmer
meer mag bedragen dan resp. f 416.- of 400.- per maand, al
naar gelang de ambtenaar zijn standplaats heeft in de gemeente
Leeuwarden 1e klasse) waar het gemeentehuis van Leeuwardera-
deel zich bevindt, dan wel standplaats heeft in de gemeent©
Leeuwarderadeel (3e klasse) zelf.
2. Het bepaalde in het vorige lid is mede van toepassing op de
vrouwelijke ambtenaar van tenminste 21 jaar, die gehuwd ge
weest is en niet is hertrouwd.
3. De huwelijkstoelage gaat in op de eerste dag van de maand
waarin de aanspraak ingevolge het eerste dan wel tweede lid
is ontstaan.
4. De ambtenaar die een ambt bekleedt hetwelk naar het oordeel van
Burgemeester en Vethouders als nevenbetrekking is te beschou-
wen, heeft uit dien hoofde geen aanspraak op de in dit artikel
bedoelde toelage, tenzij hij meer dan een van dergelijke amb-
ten in dienst der gemeente bekleedt en hij daarin voortdurend
een volledige dagtaak vindtin welk geval aanspraak op de
huwelijkstoelage bestaat in het ambt waaraan het hoogste maxi-
mumsalaris is verbonden, indien en voor zover de som der aan
de ambten verbonden wedden, door de toekenning van de huwe
li jkstoelage niet meer bedraagt dan de aan het slot van het
eerste lid aangegeven bedragen.
5. De ambtenaar die twee of meer als nevenbetrekkingen te beschou-
wen ambten in dienst van de overheid bekleedt, waaronder een
of meer in dienst van deze gemeente, en in de gezamenlijke
vervulling daarvan bij voortduringeen volledige dagtaak vindt,
heeft aanspraak op een gedeelte van de in het eerste lid be
doelde huwelijkstoelage, indien en voor zover de som der aan
de ambten verbonden wedden, door de toekenning van de huwe
li jkstoelage niet meer bedraagt dan de aan het slot van het
eerste lid aangegeven bedragen.
Het gedeelte waarop aanspraak bestaat wordt berekend naar de
verhouding van de wedden)verbonden aan de ambten die de
ambtenaar in dienst der gemeente vervult tôt het totaal der
wedden die hij in overheidsdienst geniet.
6. Het bepaalde in dit artikel is slechts van toepassing voor de
ambtenaar wiens salaris in bijlage A is vermeld.