- 2 -
2De gemeenteraad zal in elk voorkomend geval bij besluit de
verplichtingen vaststellen, welke met betrekking tôt het in
exploitatie te brengen complex gronden, uit de toepassing
van de in het eerste lid bedoelde grondslagen voortvloeien.
3. Waar in de volgende artikelen gesproken wordt van eigenaar
wordt daarmede bedoeld de eigenaar van het in exploitatie te
brengen bouwterrein of complex van gronden.
Artikel 4.
De gronden, welke volgens het plan van uitbreiding voor de
openbare dienst en voor de stichting van gebouwen voor gemeente-
lijke doeleinaen zijn bestemd, moeten - voor zover zij in het
in exploitatie te brengen complex zijn gelegen - aan de gemeente
in eigendom worden overgedragen.
Artikel 5.
1De overdracht van de gronden, in het plan van uitbreiding
bestemd voor de aanleg van wegen, straten, pleinen, water-
lopen, plantsoenen, gazons en openbare speelplaatsen geschiedt
om niet tôt een gezamenlijke oppervlakte, welke tôt de gehele
oppervlakte van het in exploitatie te brengen complex gron
den in dezelfde verhouding staat, als de totale oppervlakte
van aile gronden voor hetzelfde doel aangewezen in het voor
de omgeving vastgestelde plan van uitbreiding of stratenplan
staat tôt de oppervlakte van de in dat plan begrepen gronden.
2. Ter bepaling van de in het eerste lid bedoelde verhouding
kan voor het plan van uitbreiding of stratenplan ook een
gedeelte daarvan, hetwelk door zijn ligging en bestemming
een afzonderlijk, afgerond geheel vormt en waarin het in
exploitatie te brengen complex gronden is gelegen, in beschou-
wing worden genomen.
3. Moet voor het in het eerste lid genoemde doel ingevolge arti
kel 4 een grotere oppervlakte grond worden overgedragen dan
volgens de berekening, in het eerste lid bedoeld, om niet
dient te geschieden, dan wordt voor dat meerdere door de ge
meente een vergoeding toegekend.
Heeft daarentegen de over te dragen grond een kleinere opper
vlakte, dan wordt voor de minder over te dragen grond een
vergoeding in de gemeentekas gestort.
4. De in het derde lid bedoelde vergoedingen, alsmede de wijze
van voldoening daarvan, worden in gemeenschappelijk overleg
vastgesteld.
5. De overdracht van de in het eerste lid bedoelde gronden kan,
in verband met de voortgang der bebouwing, in gedeelten ge
schieden, mits naar het oordeel van Burgemeester en Wethou-
ders een behoorlijke aansluiting wordt verkregen en de voor
weg- of straataanleg bestemde gronden over een lengte van
100 meter, of zoveel minder als Burgemeester en Wethouders
toelaatbaar achten, aaneengesloten worden overgedragen.
Artikel 6.
De in de artikelen 5> 7 en 8 bedoelde gronden moeten met
ailes wat daarop, daarin of daarlangs aanwezig is, voor zoveel
naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders nodig of moge-
lijk is, in voile, vrije en onbezwaarde eigendom worden overge
dragen.