- 5 - 2. Tôt de aanleg en uitvoering van andere werken zal de gemeen- te overgaan op de door haar te bepalen tijdstippen, daarbij rekening houdende met de voortschrijding van de bebouwing. Artikel 12. 1Voor de overdracht van de in het eerste lid van artikel 5 bedoelde gronden en, ingeval die gronden in gedeelten worden overgedragen, vôor de overdracht van het eerste gedeelte, moet aan Burgemeester en Wethouders het bewijs worden geleverd dat van het bestuur van het betrokken waterschap vergunning is verkregen tôt demping van sloten, gelegen in de in ex- ploitatie te brengen gronden voor het geval deze in een waterschap zijn gelegen, zomede van de scheidingssloten en daaraan grenzende greppels en tôt het maken van de vereiste rioleringen. 2. Is voor de gemeente aan een vergunning, door derden in ver- band met de exploitatie der gronden verleend ten behoeve van de uitvoering of het behoud van enig werk, een betaling ver- bonden, dan moet het bedrag dier kosten door de eigenaar wor den gerestitueerd, indien een dergelijk bedrag jaarlijks verschuldigd is moet de gekapitaliseerde waarde ervan, te bepalen door Burgemeester en Wethouders, in de gemeentekas worden gestort. Artikel 13- 1De gemeente is niet meer gehouden gronden, als bedoeld in artikel 5, eerste lid en in artikel 7, eerste lid, in eigen- dom te aanvaarden, terwijl ook de eigenaar niet meer ver- plicht is die gronden aan de gemeente in eigendom over te dragen: a. indien de termijn, eventueel vermeld in het besluit van de gemeenteraadbedoeld in artikel 3, is verstreken en voor het geval daarbij geen termijn is gesteld, een tijd- vak van 5 jaren na de datum van dat besluit is verlopen; b. indien een ontwerp-plan tôt herziening van het plan van uitbreiding voor de gemeente of voor een bepaald deel daarvan, in welke herziening de nog over te dragen gron den zijn begrepen, ter visie is gelegd. 2. Is bij de vaststelling van het ^lan van uitbreiding of daar bij behorende bebouwingsvoorschriften aan Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid toegekend om van de in dat plan aangegeven bestemming of van de bebouwingsvoorschriften in onderdelen af te wijken en wordt die afwijking door Burge meester en Wethouders nodig geacht ten aanzien van de aan de gemeente over te dragen gronden, bedoeld in artikel 5, eerste lid en artikel 7, eerste lid, dan is de eigenaar ver- plicht te dien aanzien zijn medewerking te verlenen. Aldus vastgesteld door de Raad der gemeente Leeuwarderadeel in zijn openbare vergadering van Voorzitter Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1963 | | pagina 83