-2.08.741
I-I u i z u m, 27 Januari 1964.
Onderwerp
Bezoldigingsmaatregelen.
bijlagen: diverse.
Bij zijn circulaire van 17 December j.l. Directie O.P.
Hoofd afd.O.P.Z. Afd.Bez.BurIII bracht de Minister van Bin-
nenlandse Zaken ter kennis van de gemeentebesturen, welke
salarismaatregelen per 1 Januari 1964 voor het burgerlijk
Rijkspersoneel zullen worden genomen.
In de eerste plaats is van belang het feit, dat de
Regering, op grond van de loonontwikkeling in het particu
lière bedrijfsleven, heeft besloten het rijkspersoneel per
1 Januari 1964 in aanmerking te brengen voor een algemene
salarisverhoging van 10$.
In een later stadium zal worden nagegaan in hoeverre met
een salarisverhoging van 10$ inderdaad de trend van de loon
ontwikkeling in het particulière bedrijfsleven is gevolgd,
waarbij tevens de gedifferentieerde verhogingen per bedrijfs-
tak en per onderneming, waartoe in het loonaccoord van de
Stichting van de Arbeid de mogelijkheid is geschapen, in be-
schouwing zullen worden genomen.
Mocht aan de hand van bedoeld onderzoek blijken dat de
salarisverhoging voor de ambtenaren bij de ontwikkeling in
het bedrijfsleven is achtergebleven, dan zal te zijner tijd
alsnog een correctie plaatsvinden.
Alvorens de verhoging met 10$ wordt berekend, dienen de
salarissen per 1 Januari 1964, op grond van het resultaat van
de nacalculatie van de trend van de loonontwikkeling in de
particulière sector over 1963 alsnog met 0,6te worden
verhoogd.
Met ingang van genoemde datum dient bovendien de derde
fase van de gedifferentieerde salarisverhoging van 1962 voor
de ambtenaren niet werklieden te worden gerealiseerdterwijl
bovendien op de salarissen per 1 Januari 1964 de wet Pensi—
oenmaatregelen 1963 (Stbl.210) nog haar invloed uitoefent.
Ten aanzien van de ambtenaren-werklieden is verder het
volgende van belang:
Per 1 Januari 1958 leidden loonpolitieke omstandigheden
tôt het invoeren van een systeem van verdienstebeloning voor
de ambtenaren-werklieden. Na circa 6 jaar practijk is de
voornaamste conclusie dat dit systeem in de arbeidssituaties
bij het Rijk, welke veelal anders zijn dan die in het vrije
bedrijf, in het algemeen minder geschikt is. Dit heeft de
Regering doen besluiten de regeling voor de ambtenaren-werk
lieden per 1 Januari 1964 af te schaffen, met daaraan gepaard
gaande het incorporeren van het huidige gemiddelde van de
verdienstebeloning (t.w.8$) in de salarissen.
Voorts heeft de Regering aanleiding gevonden de salaris-
opbouw van de loongroepen van de ambtenaren-werklieden te
verbeteren, mede ter verkrijging van een goede verhouding
met de ambtenaren, wier functie is ingedeeld in bijlage A
van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren.
Aan