Wat de hogere ambtenaren erbij krijgen wordt voor een groot gedeelte gecompenseerd door hogere loonbelasting en hogere premieheffingen. Nu kan men op het standpunt staan dat iemand solliciteert om zich te verbeteren maar spreker voelt het als een eis des tijds dat de kosten van standplaatsver- andering worden vergoed. Als men een verplaatsingskostenregelmg accepteert, dan houdt dat in, dat de bepalingen ervan volledig worden toege- past De heer B.R. Di.jkstra suggereert: laat men dan de lager hezoldigden evenveel geven als iemand, die een hogere staat voert De Voorzitter merkt naar aanleiding van deze suggestie op, dat het minste wat men doen kan is een regeling te aan- vaarden, die gelijk is aan de rijksregeling. De heer B.R. Dijkstra vraagt: waarom niet een regeling, die gunstiger is dan de rijksregeling. Hij zou b.v. îeder die er voor in aanmerking komt f 1000,willen geven. De Yoorzitter zegt, als het de bedoeling van de heer Dijkstra is~e?nzelfde bedrag aan allen toe te kennen, het de vraag is of dit in overeenstemming is met de bedoeling van de regeling. De heer Soepboer stelt de vraag of hiermede van hogerhand accoord zou worden gegaan. De Voorzitter kan zulks moeilijk van tevoren voorsjjellen en wijst er op, dat er straks een drietal benoemmgen moeten plaats hebben. Wethouder Zondervan merkt op, dat de heer SoeP^°®^ gehad heeft over opknapkosten. De heer Soepboer heeft wa schiinliik niet veel vertrouwen m het collège van Burgemees ter en Wethouders, maar er is voldoende waarborg, dat deze tôt het uiterste beperkt zullen blijven. De heer Soepboer zegt, niet de bedoeling te hebben om de zaak als zodanig op die opknapkosten te laten stranden. De Yoorzitter wil uitdrukkelijk stellen dat het ook in t belang van de" gemeente moet zijn wanneer de woning pg knapt behoort te forden. Voorts wijst spreker er nogmaals op dat de regeling betreffende de verplaatsingskosten tôt stand is gekomen in samenwerkmg met de landelxGke v weging. De Raad zou nu wel kunnen besluiten de zaak naar Burgemeester en Wethouders terug te wijzen onder mededeling van de bedenkingen, die in de Raad gerezen zijn. Ittaar dan is het nodig, dat de Rijksregeling van toepassmg verklaard wordt voor de hedenavond te benoemen ambtenaren. De heer Tolsma zegt, dat als hij accoord gaat met^de ver- plaatsingskosten-regeling dan is dat een wanhoopsdaad Zonder hoofdelijke stemming wordt tenslotte besloten de riIksregeling tôt het verlenen van een tegemoetkommg in kosten van verplaatsing van ambtenaren van toepassmg te verklaren op de drie hedenavond te benoemen functionarissen

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1964 | | pagina 11