- 6 -
Artikel 4.
Garageboxen.
1. Bestemming.
Op gronden bestemd voor garageboxen mogen uitsluitend wor-
den opgericht garages, elk bestemd voor de stalling van een
auto
2. Plaatsing.
De in lid 1 genoemde garageboxen moeten worden geplaatst op
de bebouwingsstroken, waarvan zij de omgrenzing nergens
mogen overschrijden.
3. Goothoogte.
De goothoogte van de in lid 1 genoemde garageboxen mag ten
hoogste 3,25 m bedragen.
Artikel 5.
Bebouwing ten dienste van bijzondere doeleinden.
1Bestemming.
a. Op gronden bestemd voor bebouwing ten dienste van bij-
zondere doeleinden mogen uitsluitend worden opgericht
openbare gebouwen of, naar; het oordeel van burgemeester
en wethouders daarmee gelijk te stellen inrichtingen
zoals scholen, een kerk, een raadhuis, een ziekenhuis,
een verenigingsgebouw e.d.; met bij elke inrichting ten
hoogste één bijbehorende al dan niet vrijstaande wonmg.
b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, al dan niet
onder door hen te stellen nadere voorwaarden, ontheffmg
te verlenen van het bepaalde sub a voor de bouw van meer-
dere dienstwoningen, voorzover noodzakelijk voor toe
zicht en beheer.
2. Plaatsing en afmetingen.
De in lid 1 genoemde gebouwen moeten worden geplaatst bin-
nen de op de kaart met een streep—kruislijn aangegeven ^e—
bouwingsgrenzen, terwijl burgemeester en wethouaers bevoeg
zijn nadere eisen te stellen omtrent de onderlinge situermg
en afmetingen van de gebouwen.
Artikel 6.
Bebouwing ten dienste van industriële doeleinden.
1Bestemming.
a. Op gronden bestemd voor bebouwing ten dienste van in
dustriële doeleinden mogen uitsluitend worden opgericht
gebouwen ten dienste van industrie, nijverheid of han—
b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vn^stelling te
verlenen van het bepaalde sub a voor de bouw van een
bijbehorendeal dan niet vrijstaande woning, voorzover
noodzakelijk voor toezicht en beheer.
bel. j. tt