Artikel 10.
Gronden "bestemd voor begraafplaats
1. Bestemming.
Op gronden bestemd voor begraafplaatsmag worden opge
richt een aula, bergplaats e.d., naar het oordeel van bur-
gemeester en wethouders, bijbehorende bebouwmg met mbe
grip van één bijbehorende dienstwoning
2. Plaatsing etc.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te
stellen t.a.v. de plaatsing en afmetingen van de bxg lia
bedoelde bebouwing.
Artikel 11
Gronden bestemd voor actieve recreatie, speelterrein of
bijzonder parkgebied.
1Bestemming.
Op gronden bestemd voor actieve recreatie, speelterrein
of bijzonder parkgebied mag:
a. uitsluitend worden opgericht, niet voor bewoning "be~
stemde gebouwen, welke dienstbaar zijn aan de gegeve
bestemming.
b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, onder goedk
ring van Gedeputeerde Staten, ontheffing te verlenen
van het bepaalde sub a voor de bouw van één of meer er
dienstwoningen, voor zover nodig voor toezicht en
2. Plaatsing etc.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te
stellen ten aanzien van de plaatsing en afmetingen van de
bij lid 1 bedoelde bebouwing.
Artikel 12
Berm, groenstrook of plantsoen.
Op gronden bestemd voor berm, groenstrook of plantsoen mo-
gen uitsluitend kleine gebouwtjes worden opgericht, die diens
baar zijn aan de gegeven bestemming.
Artikel 13.
Wegen, voetpaden en andere voor het publiek toegankelijke
verharde terreinen.
Op gronden bestemd voor wegen, voetpaden en andere voor
het publiek toegankelijkeverharde terreinen mag géén be
bouwing worden opgericht.
Artikel 14.
Water
Op oppervlakken bestemd voor water mag géén bebouwing wor
den opgericht.
Artikel 15.
Gronden bestemd voor spoorwegdoeleinden.
1Bestemming.
Op gronden bestemd voor spoorwegdoeleinden mag: