- 12 -
Zonder verdere bespreking verenigt de Raad zich met het
gedane voorstel en besluit tôt het onderhands opdragen aan
N.V. A. Ooms en Zn. te Sneek van de uitvoering van bovenbe-
doeld werk voor de som van f 9250,waarvoor het besluit
geldt dat als bijlage no. 21 aan deze notulen is gehecht.
17. Voorstel van Burgemeester en V/ethouders tôt verbetering
van de scholen te Hijum en Britsum.
Dit voorstel is van de volgende strekking (zie bijlage 22).
De Voorzitter geeft aan de hand van de bij de stukken ge-
voegde tekening een nadere toelichting op de plannen.
Burgemeester en Wethouders menen, aldus de Voorzitter,
dat op deze manier een zeer acceptabele oplossing zal worden
verkregen.
Zonder verdere bespreking of hoofdelijke stemming verenigt
de Raad zich met het gedane voorstel.
18. Verzoek van J. Terpstra te Stiens om intrekking van het
raadsbesluit van 27 September 1965 waarbij hem een perceel
bouwterrein werd verkocht.
Dit voorstel luidt aldus (bijlage 23).
Het wordt zonder bespreking aangenomen en zonder hoofde
lijke stemming besluit de Raad tôt intrekking van zijn boven-
bedoeld besluit van 27 September 1963.
19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt herziening
van het uitbreidingsplan van Stiens en tôt vaststelling van
de daarbij behorende bebouwingsvoorschriften.
Het betrekkelijke voorstel is van de volgende inhoud (bij-
lage 24).
De bij het plan behorende toelichting is genummerd 25.
De heer B.R. Dijkstra informeert of de richtingsaandui-
ding Oudkerk geen vergissing is. Dat zal wel Oudlandsweg
moeten zijn.
De Voorzitter antwoordt, dat dit geen abuis is, maar dat
in het raamontsluitingsplan een weg geprojecteerd is die een
verbinding moet vormen met Oudkerk, Oenkerk enz.
De heer B.R. Dijkstra veronderstelt verder, dat op de
grondprijs ook zal drukken de riolering, de straatverlich-
ting, de groenvoorziening, de plantsoenen en wandelplaatsen
enz
De heer Soepboer merkt over de ingediende bezwaarschrif-
ten het volgende op: De adressanten hebben persoonlijk wel
gelijk, maar de gemeente dient een groter algemeen belang
door het zo efficiënt mogelijk benutten van de grond voor de
volkshuisvesting en daarmede verband houdende voorzieningen.
Mevrouw Bi.ilsma is het in beginsel met dit betoog wel eens
maar het blijft voor de getroffenen altijd een moeilijk ding
afstand te moeten doen van grond, die deel uitmaakt van fami-
liebezit en voor de exploitatie van het betrokken bedrijf
vrijwel onmisbaar is.