- 2 -
a. het in opdracht van burgemeester en wethouders verlaten
van een dienstwoning bij ontslag met recht op onmiddel-
lijk ingaand pensioen. Geen aanspraak op verhuiskosten-
vergoeding bestaat in geval van ontslag op eigen ver-
zoek - geen verband houdende met pensionering - of ont
slag als gevolg van aan belanghebbende naar het oordeel
van burgemeester en wethouders te wijten feiten of om-
standigheden;
b. het verlaten van een dienstwoning door de nagelaten ge-
zinsleden in verband met het overlijden van belangheb
bende
3. Bij toepassing van het tweede lid wordt een vergoeding in
de verhuiskosten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder
a, b, d, en everleend met dien verstande, dat deze ver
goeding niet meer bedraagt dan die waarop aanspraak be
staat bij verhuizing binnen de gemeente.
Artikel 3
1. Aan de belanghebbende, die in dienst van de gemeente is
getreden en als gevolg daarvan noodzakelijk moest verhui-
zen, kan met inachtneming van de artikelen 4 en 5 een ver-
huiskostenvergoeding door burgemeester en wethouders wor-
den verleend.
2. Indien de in het eerste lid bedoelde belanghebbende in
verband met zijn indiensttreding een woning buiten de ge
meente heeft betrokken, kan de verhuiskostenvergoeding
slechts worden verleend, indien ontheffing als bedoeld in
artikel 62 van het Algemeen Ambtenarenreglement terzake
van woningnood is verleend.
3. Bij verhuizing als gevolg van een indiensttreding, als be
doeld in het eerste lid, kan slechts een verhuiskostenver
goeding worden verleend, indien de belanghebbende bij zijn
indiensttreding schriftelijk heeft verklaard, dat hij de
ontvangen vergoeding zal terugbetalen ingeval hij op ver-
zoek of tengevolge van aan hemzelf te wijten feiten of
omstandigheden wordt ontslagen, tenzij dit ontslag ingaat
twee jaren of langerrs de indiensttreding en één jaar of
langer na de verhuizing. Overgang zonder onderbreking naar
een andere tak van dienst van dezelfde gemeente of naar
een van haar bedrijven of instellingen wordt niet als ont
slag op verzoek beschouwd.
Artikel 4
1. De verhuiskostenvergoeding bestaat voor belanghebbende,
die op de datum van verplaatsing of indiensttreding een
eigen huishouding voert, uit:
a. een bedrag voor de kosten verbonden aan het vervoer
van belanghebbende en zijn gezinsleden, zomede van in-
wonend dienstpersoneel naar de nieuwe woning, welk be
drag kan worden vermeerderd met een bedrag voor de
reiskosten en zonodig voor overnachtingskosten, welke
belanghebbende en eventueel zijn echtgenote, ieder
voor ten hoogste één reis, vooraf hebben moeten maken
ter bezichtiging van woonruimte;