- 3 - b. een beârag yoor de kosten van vervoer van de bagage en van de inboedel van belanghebbende naar de nieuwe woning, waaronder begrepen de kosten van het in- en uitpakken c. een bedrag voor eventuele opknapkosten aan de nieuwe woning volgens het bepaalde in artikel 6; d. een bedrag voor eventuele dubbele huishuur ter grootte van de huursom verschuldigd voor de oude woning over de période waarover de huren voor de oude en de nieuwe woning samenvallen, voorzover een en ander in het be- lang van de dienst is; e. een bedrag voor aile andere uit de verhuizing direkt voortvloeiende kosten ter grootte van een in het tweede lid aangegeven percentage van de jaarwedde van belang hebbende op de dag waarop de nieuwe woning kan worden betrokken. 2. Het in het eerste lid, onder e, bedoelde percentage be- draagt, indien de eigen huishouding naar de nieuwe woning wordt overgebracht in geval van verplaatsing10, met een minimum van f 500, in geval van indiensttreding; ten hoogste 10, met een minimum van f 500, in geval van verplaatsing binnen drie ;jaren na de verhui zing als gevolg van verplaatsing of indiensttreding dan wel na eerste inrichting: 12, met een minimum van f 600, 3. Indien belanghebbende zijn eigen huishouding niet naar de nieuwe woning laat overbrengen wordt in den regel geen andere vergoeding verleend dan die bedoeld in het eerste lid, onder a, b en d. In bijzondere omstandigheden kan een vergoeding in de kosten, bedoeld in het eerste lid, onder c en eworden verleend met dien verstande, dat deze vergoeding niet meer bedraagt dan vier procent van de jaarwedde, bedoeld in het eerste lid, onder e. 4. Voor een belanghebbende, die op de datum van verplaatsing of indiensttreding geen eigen huishouding voert is het ge- stelde in het derde lid van overeenkomstige toepassing. Artikel 5 1. Voor een belanghebbende, die op de oude woonplaats in een woonschip of woonwagen is gehuisvest en zulks op de nieuwe woonplaats voortzet, bestaat, in afwijking van artikel 4, eerste lid, de verhuiskostenvergoeding uit: a. een bedrag voor de noodzakelijk gemaakte reis- en zo- nodig overnachtingskosten voor het regelen van de lig- plaats van het woonschip of de standplaats van de woon- wagen in de nieuwe woonplaats door belanghebbende voor ten hoogste één reis; b. een bedrag voor de kosten verbonden aan het vervoer van de belanghebbende en zijn gezinsleden, zomede van inwonend dienstpersoneel naar het woonschip of de woon- wagen in de nieuwe woonplaats en zonodig voor over nachtingskosten

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1964 | | pagina 45